22 februari 2024

Guatemala, Antigua, 21 februari 2024.

Van de vorige locatie rijden we naar het meer van Atitlan. Onderweg komen we door een dorp waar  op een pleintje muziek wordt gemaakt en wordt gedanst in uitbundige kostuums. We parkeren en gaan even kijken.

De campingplek is voor een hotel op een groot grasveld, pal aan het meer. Drie vulkanen op de achtergrond, waarvan er één actief is, dus daar zie je regelmatig een rookwolkje uitkomen, heel in de verte.

We komen aan op maandag en er staat alleen een hele grote campertruck. Van een Nederlands stel uit Monster met 2 kinderen en een hele grote, erg enthousiaste hond, die ze niet aan de lijn houden. Wij houden afstand van deze grote, nogal wilde hond. Niet iedereen houdt afstand en dan rent hij erg enthousiast op mensen af, die zich helemaal de ….. schrikken. Twee meisjes vallen achterover een talud naar het meer af van schrik, gelukkig moeten ze hier zelf erg om lachen.

In het weekend wordt het opeens heel erg druk. Overal kleine tentjes en grote groepen mensen. Het zijn Guatemalteken die het weekend vieren bij het meer. Het is wel gezellig wat reuring. Op zondagmiddag pakt iedereen zijn spullen en is de camping/grasveld weer leeg.

Opeens steekt een Zwitsers stel hun hoofd om de hoek van onze camper. We zijn ze al 3x eerder tegengekomen, de laatste keer in Mexico. We drinken en eten wat met elkaar en wisselen ervaringen en informatie uit. We zullen elkaar nog wel eens tegenkomen.

We hebben in totaal 8 dagen aan het meer van Atitlan gestaan en niet veel gedaan. Wat klusjes in en rondom de camper, voornamelijk een beetje schoonmaken. We lopen af en toe naar het dorp in de buurt. Er varen traditionele boten langs die als rondvaartboten dienen. ’s Avonds varen die ook verlicht langs als partyboten.

Het meer ligt op een hoogte van ruim 1300 meter dus wordt het niet te warm. Overdag een graad of 25, ’s avonds koelt het lekker af.

We hebben een heel relaxte week gehad, en nu is het weer tijd om op pad te gaan. We zijn vandaag naar Antigua gereden en staan nu op de compound van de Touristenpolitie. Een groot terrein, wat gras, veel bomen. Geen voorzieningen op het terrein, dus je moet wel je eigen baños in je camper hebben. Geen probleem dus.






Groeten vanaf Lake Atitlan






12 februari 2024

Guatemala, Chichicastenango, 11 februari 2024.

We zijn in Guatemala. De grens van Belize naar Guatemala was op zich makkelijk, maar je bent er wel even mee bezig. Eerst weer Belize uitstempelen, kost $ 20 dollar pp. Daarna gelijk de Guatemala-grens over. Je rijdt door een plastic tunnel en daar wordt de camper met gif besproeid, deltametrine. Dan een stempel in je paspoort halen en daarna de camper tijdelijk invoeren. Dat kost Quetzal 160, ongeveer $20. Maar je kan niet met cash of credit/debit card betalen, je moet naar de bank. Dat is ca. 10 min lopen. Daar is ook een ATM, want je hebt natuurlijk nog geen lokaal geld, de Quetzal in Guatemala. In de bank sta je in de rij en betaal je cash, wordt het formulier gestempeld en dan weer terug naar de grens waar de camper nog staat. Daar wordt uiteindelijk de tijdelijke import permit in je paspoort gestempeld. Daarna nog een WA-verzekering voor de camper kopen.

Onze eigen camperverzekering is hier niet geldig. Die is alleen geldig in de landen op de ‘groene’ kaart, Europa en Noord-Afrika. Je bent dus wel verzekerd in Libië of Rusland, maar de VS, Canada of ieder ander land op de wereld is niet gedekt.

Guatemala is ca. 4 x Nederland met een ongeveer gelijk inwonertal als in NL. Het noorden is vrij dun bevolkt, het zuiden is veel dichter bevolkt. De Maya maken hier ca. 45% van de bevolking uit. De rest is voor het merendeel van gemengde afkomst, veelal met Europees/Spaans.

We rijden naar Tikal, een prachtige, grote, oude Mayastad. Op het hoogtepunt moeten er zo’n 100.000 mensen hebben gewoond. Het ligt midden in het regenwoud en delen van het tempelcomplex liggen dan ook verspreid ook in het regenwoud. Je loopt een stuk en komt op het centrale deel en weer een stukje lopen door het regenwoud en dan kom je telkens bij een andere tempel. Het is van een magische schoonheid. Het is niet een heel drukke bestemming maar in de loop van de ochtend komen toch wel een paar touringcars aan met mensen die in steden wat verderop logeren. Als we een tempel oplopen loopt een Nederlandse jongerenreisgroep naar beneden. We horen een jongen zeggen: wel respect voor die oudjes die helemaal naar boven lopen. Die kunnen we in onze zak steken, maar oudjes.....   Bij Tikal is een camping, waar wij stonden en dan mag je om 6 uur al het tempelcomplex op. We waren om 6.30 uur bijna alleen. Ook dat draagt bij aan het magische gevoel als je daar rond loopt. 

We kunnen geen genoeg krijgen van de mooie Mayatempels in het regenwoud en rijden ook nog naar andere Mayatempelcomplexen in de buurt. We blijven bijna een week in de regio hangen, wetende dat als we verder zuidelijk gaan, we voorlopig geen (grote) tempelcomplexen meer tegenkomen. Ook verlaten we dan het  regenwoudgebied, met de brulapen die vooral ook ’s nachts brullen. Uiteindelijk rijden we zuidelijker. De wegen worden drukker, met heel veel dorpjes.

We rijden de koffieregio in en gaan naar een koffieplantage, waar we uitleg krijgen over hoe koffie wordt geteeld en verder bewerkt. Er is een aantal mogelijkheden om de bonen te drogen, door bijvoorbeeld eerst te fermenteren, de schil fermenteert, daarna wordt de boon met gefermenteerde schil gedroogd. Maar er zijn nog andere manieren om bonen te drogen. Er is bijvoorbeeld een bepaalde manier van drogen, waarvan de koffiebonen alleen naar Japan worden geëxporteerd omdat die smaak daar het meest wordt gewaardeerd. Of weer een andere manier van drogen waarvan de bonen alleen naar Korea gaan. De bonen die naar Europa gaan worden gepeld, gespoeld (om de zoete, kleverige laag tussen de schil en de boon kwijt te raken) en gedroogd en dan verscheept. Branden gebeurt pas in de koffiebranderijen in Europa. Aan het einde van de toer mag je ook de verschillende koffiesoorten proeven. Je proeft dan ook een duidelijk verschil tussen de manier van drogen voor bijvoorbeeld Japan, of Europa of voor Korea.

We gaan onderweg naar een paar markten in de plaatsjes waar we overnachten. Het is soms druk en ik krijg opeens de gewaarwording of ik heel lang ben. Ik ben 1.65 mtr, niet heel groot en daarom gewend in een menigte tegen mensen aan te kijken, daar ben ik me niet eens van bewust. Maar als ik hier in een menigte loop, kijk ik over iedereen heen, heb ik het zicht dat normaal gesproken bij ons alleen lange mensen hebben. Ik ben opeens een lang mens…

Opvallend in Guatemala: kleur. In kleding, in kleur van huizen, in inrichting. Overal is kleur. Vooral vrouwen gaan heel traditioneel gekleed, zie de foto’s. We zijn nog niet in een echt grote stad geweest, maar de stadjes waar we nu doorheen komen, loopt wel zo’n 90% in traditionele kleding. Ook de jonge meisjes.

Gisteren liepen we door Chichicastenango en kwamen een processie tegen die van de ene kerk naar de andere kerk loopt. Er wordt veel rook gemaakt en aan het einde van de ceremonie bij iedere kerk wordt knalhard vuurwerk afgestoken uit een soort rieten bal die door iemand wordt meegedragen. Op het vuurwerk waren we niet helemaal voorbereid, schrikken ons de ……, draaien gauw ons hoofd af want het vliegt alle kanten op. Later zie ik dat ik wel door het vuurwerk ben geraakt, waardoor ik een brandgat in mijn truitje heb.

Morgen gaan we naar Lake Atitlan, zoeken een camping aan het meer en nemen een tijdje rust, misschien een week of 10 dagen.

Het weer is overigens heerlijk nu. Een maand geleden zijn we afgedaald uit de bergen in Mexico naar Yucatan en sindsdien was het heel warm en vooral heel vochtig. Maar vanuit Tikal zijn we langzaam de hoogte in gegaan. We staan nu op een hoogte van iets meer dan 2000 meter en het is heerlijk. Overdag zo’n 22-25 graden en in de avond koelt het lekker af.

Ik kan me voorstellen dat niet iedereen de volgorde van landen in Centraal-Amerika paraat heeft, dus hieronder eerst een kaartje om dit te visualiseren. En daarna nog meer foto’s van Mayatempels, maar voorlopig wel de laatsten.











Koffieplantage



Op de camping in San Ignacio, Belize


De pont onderweg naar het zuiden















Nog steeds bij de Maya's




1 februari 2024

 

Belize, San Ignacio, woensdag 31 januari 2024.

Belize in en bijna weer uit. Het is een heel klein land, ongeveer de helft van Nederland. En het heeft een inwonertal van minder dan een half miljoen. Maar het is vooral een arm land, veel meer dan Mexico.

Belize voelt anders dan Mexico, ten eerste omdat het veel rustiger is. Het is een dunbevolkt land en  het noorden, waar wij zijn binnengekomen, is ook nog dunner bevolkt dan de rest van het land. En het voelt veel meer Caraïbisch.

Het Engels spreken maakt het communiceren en regelen van dingen natuurlijk veel makkelijker. Zeker bij de grens. De grens Mexico-Belize was vrij makkelijk. Eerst naar een kantoortje om je Mexicaans visum te laten uit-stempelen. Je moet dan ook nog het bonnetje hebben dat je de visakosten hebt betaald toen je Mexico binnenkwam. Beetje idioot, want anders had je toch geen stempel in je paspoort gekregen. Gelukkig had ik dat al gelezen, want wie bewaart een bonnetje als je een stempel in je paspoort hebt. Anders moet je nogmaals de visumkosten betalen. De mensen voor ons gingen naarstig op zoek naar het bonnetje en moesten helaas nogmaals de kosten van het Mexicaans visum afrekenen. En bij wegrijden wordt er gecontroleerd of je daadwerkelijk een exitstempel van Mexico hebt.

Een paar kilometer verder is de Belizean grens. Eerst moet je door een loods rijden, en daar wordt je auto/camper besproeid met een desinfectiemiddel. Dan het kantoortje in, stempel, volgende loket een Tijdelijke Import Permit voor de auto. Door naar het volgende kantoortje een kilometer verder voor een WA-verzekering.  Een heel makkelijk en logisch proces, vroegen geen rare kopieën.

Belize is als voormalige Britse kolonie onderdeel van de Britse Gemenebest. Het staatshoofd is formeel dus nog de Britse vorst en daarom staat op alle bankbiljetten nog koningin Elizabeth. Bizar. Overigens is er een grensdispuut met Guatemala, dat claimt dat het hele gebied dat Belize beslaat, onder Guatemala moet vallen. Beide landen zijn akkoord gegaan met het voorleggen van het grensdispuut aan het International Gerechtshof en zeggen de uitkomst te zullen respecteren.

We hebben wat mooie Maya-sites bekeken (Lamanai, Altun Ha, Caracol) en ook een paar dagen aan een strand gestaan. Zoals je plaatjes van reisbureaus ziet, wit strand, kokospalmen, zwembad bij het resort, dat overigens bestaat uit 4 huisjes, 2 kampeerplekken en een restaurant. Zoals altijd waren wij de enige kampeerders op het campingdeel (wel zorgen dat je niet precies onder een kokospalm staat).

We zijn nu in San Ignacio, bij de grens met Guatemala. Om weer een hele mooie Maya-site te bekijken. Een weg van 80 km door de dichte jungle. Het eerste deel van de weg is geasfalteerd, het tweede deel is onder constructie (betaald door de OPEC en Kuwait) en het derde deel is zoals het ooit is aangelegd en daarna nooit meer onderhouden: heel smal en hier en daar nog een dotje asfalt. Je hoopt dat je geen tegenligger krijgt, want dat zou niet passen. Maar de weg gaat alleen naar de Maya-site en dus gaat iedereen ’s morgens heen en ’s middags terug, waarmee de kans op een tegenligger niet zo groot is. Het is een prachtige site. Er waren wel andere toeristen, maar bij elkaar hoogstens 25. Een lange dagtocht, maar heel bijzonder. Ook bijzonder zijn hier de brulapen. Ze zijn niet zo groot, maar wat komt daar een geluid uit. We hebben het eerder meegemaakt bij Palenque (Maya-site in Mexico) waar we de halve nacht wakker werden gehouden door brullende brulapen. Ik heb het geluid wel opgenomen, maar kan het niet hieraan toevoegen. Google maar eens op het geluid van een brulaap. 

Belize is en prettig land om door te reizen. Niet heel veel wegen, want heel veel jungle. Het is er warm en vochtig. De warmte valt mee, ca 30-32 graden, maar het is de hoge luchtvochtigheid die het zo benauwd maakt. Belize heeft wel wat heuvels, maar het grootste deel van het land is zo ongeveer op zeeniveau, dus ook geen verkoeling door hoogte.

Vandaag zijn we nog een dagje in San Ignacio op de camping gebleven. Wat boodschappen, naar de kapper geweest. En dan morgen Guatemala in, weer een Spaanssprekend land. De grens schijnt wel wat lastiger te zijn omdat je je visum niet cash en niet per credit card kan betalen. Je krijgt een gestempeld formulier, daarmee moet je naar een bank, daar aan het loket betalen, dan wordt het formulier door de bank gestempeld als betaald en moet je weer terug naar de douane/immigratie. Maar je moet ook bij de bank cash betalen, dus je moet eerst naar de ATM, geld uit de automaat halen en dan pas de bank in om je visum te betalen. Omslachtig, zou je tegenwoordig zeggen. Maar goed, we gaan het zien.

Jaguar tempel op de Lamanai-site

Lamanai-site

Jungle op Lamanai site, tussen de verschillende tempels

Lamanai-site

Altun Ha-site

Altun Ha-site

Spider monkey of slingeraap

Spider monkey of slingeraap

Leguaan

Nooit zomaar gaan zwemmen


Pelikaan


Scharrelde rond op de camping in San Ignacio

Caracol 

Caracol 



Howler monkey of brulaap bij Caracol

Even niet bij de Maya's