1 februari 2024

 

Belize, San Ignacio, woensdag 31 januari 2024.

Belize in en bijna weer uit. Het is een heel klein land, ongeveer de helft van Nederland. En het heeft een inwonertal van minder dan een half miljoen. Maar het is vooral een arm land, veel meer dan Mexico.

Belize voelt anders dan Mexico, ten eerste omdat het veel rustiger is. Het is een dunbevolkt land en  het noorden, waar wij zijn binnengekomen, is ook nog dunner bevolkt dan de rest van het land. En het voelt veel meer Caraïbisch.

Het Engels spreken maakt het communiceren en regelen van dingen natuurlijk veel makkelijker. Zeker bij de grens. De grens Mexico-Belize was vrij makkelijk. Eerst naar een kantoortje om je Mexicaans visum te laten uit-stempelen. Je moet dan ook nog het bonnetje hebben dat je de visakosten hebt betaald toen je Mexico binnenkwam. Beetje idioot, want anders had je toch geen stempel in je paspoort gekregen. Gelukkig had ik dat al gelezen, want wie bewaart een bonnetje als je een stempel in je paspoort hebt. Anders moet je nogmaals de visumkosten betalen. De mensen voor ons gingen naarstig op zoek naar het bonnetje en moesten helaas nogmaals de kosten van het Mexicaans visum afrekenen. En bij wegrijden wordt er gecontroleerd of je daadwerkelijk een exitstempel van Mexico hebt.

Een paar kilometer verder is de Belizean grens. Eerst moet je door een loods rijden, en daar wordt je auto/camper besproeid met een desinfectiemiddel. Dan het kantoortje in, stempel, volgende loket een Tijdelijke Import Permit voor de auto. Door naar het volgende kantoortje een kilometer verder voor een WA-verzekering.  Een heel makkelijk en logisch proces, vroegen geen rare kopieën.

Belize is als voormalige Britse kolonie onderdeel van de Britse Gemenebest. Het staatshoofd is formeel dus nog de Britse vorst en daarom staat op alle bankbiljetten nog koningin Elizabeth. Bizar. Overigens is er een grensdispuut met Guatemala, dat claimt dat het hele gebied dat Belize beslaat, onder Guatemala moet vallen. Beide landen zijn akkoord gegaan met het voorleggen van het grensdispuut aan het International Gerechtshof en zeggen de uitkomst te zullen respecteren.

We hebben wat mooie Maya-sites bekeken (Lamanai, Altun Ha, Caracol) en ook een paar dagen aan een strand gestaan. Zoals je plaatjes van reisbureaus ziet, wit strand, kokospalmen, zwembad bij het resort, dat overigens bestaat uit 4 huisjes, 2 kampeerplekken en een restaurant. Zoals altijd waren wij de enige kampeerders op het campingdeel (wel zorgen dat je niet precies onder een kokospalm staat).

We zijn nu in San Ignacio, bij de grens met Guatemala. Om weer een hele mooie Maya-site te bekijken. Een weg van 80 km door de dichte jungle. Het eerste deel van de weg is geasfalteerd, het tweede deel is onder constructie (betaald door de OPEC en Kuwait) en het derde deel is zoals het ooit is aangelegd en daarna nooit meer onderhouden: heel smal en hier en daar nog een dotje asfalt. Je hoopt dat je geen tegenligger krijgt, want dat zou niet passen. Maar de weg gaat alleen naar de Maya-site en dus gaat iedereen ’s morgens heen en ’s middags terug, waarmee de kans op een tegenligger niet zo groot is. Het is een prachtige site. Er waren wel andere toeristen, maar bij elkaar hoogstens 25. Een lange dagtocht, maar heel bijzonder. Ook bijzonder zijn hier de brulapen. Ze zijn niet zo groot, maar wat komt daar een geluid uit. We hebben het eerder meegemaakt bij Palenque (Maya-site in Mexico) waar we de halve nacht wakker werden gehouden door brullende brulapen. Ik heb het geluid wel opgenomen, maar kan het niet hieraan toevoegen. Google maar eens op het geluid van een brulaap. 

Belize is en prettig land om door te reizen. Niet heel veel wegen, want heel veel jungle. Het is er warm en vochtig. De warmte valt mee, ca 30-32 graden, maar het is de hoge luchtvochtigheid die het zo benauwd maakt. Belize heeft wel wat heuvels, maar het grootste deel van het land is zo ongeveer op zeeniveau, dus ook geen verkoeling door hoogte.

Vandaag zijn we nog een dagje in San Ignacio op de camping gebleven. Wat boodschappen, naar de kapper geweest. En dan morgen Guatemala in, weer een Spaanssprekend land. De grens schijnt wel wat lastiger te zijn omdat je je visum niet cash en niet per credit card kan betalen. Je krijgt een gestempeld formulier, daarmee moet je naar een bank, daar aan het loket betalen, dan wordt het formulier door de bank gestempeld als betaald en moet je weer terug naar de douane/immigratie. Maar je moet ook bij de bank cash betalen, dus je moet eerst naar de ATM, geld uit de automaat halen en dan pas de bank in om je visum te betalen. Omslachtig, zou je tegenwoordig zeggen. Maar goed, we gaan het zien.

Jaguar tempel op de Lamanai-site

Lamanai-site

Jungle op Lamanai site, tussen de verschillende tempels

Lamanai-site

Altun Ha-site

Altun Ha-site

Spider monkey of slingeraap

Spider monkey of slingeraap

Leguaan

Nooit zomaar gaan zwemmen


Pelikaan


Scharrelde rond op de camping in San Ignacio

Caracol 

Caracol 



Howler monkey of brulaap bij Caracol

Even niet bij de Maya's