29 juli 2020

Noord-IJsland, 29 juli 2020

Op het schiereiland Kinnarfjöl  willen we  een F-weg nemen, dit zijn wegen waar je alleen met een 4x4 voertuig mag rijden. We rijden naar het beginpunt, maar daar staat dat de weg is gesloten, wegens ‘ontdooiing’. Weet niet wat ze daarmee bedoelen, maar gezien de temperatuur kan het niet veel ontdooiing zijn, het is nog steeds maar 6-7 graden overdag. ’s Nachts wordt het overigens niet veel kouder 5-6 graden.

Er is een site, ‘road.is,’ waarop de conditie van iedere weg in IJsland staat en daar hadden we niet op gekeken. Les geleerd: altijd op road.is kijken, want daar staat inderdaad dat de F839 is gesloten. We nemen een andere route die dichtbij is, de F899. Een prachtige route langs hoge sneeuwvelden, paarden en schapen, bergen en vooral veel riviertjes en beekjes. Aan het eind staat een houten WC en daar in de buurt mag je overnachten, we waren de enigen.

 Het weer was het weer, IJslands, maar aan het einde van de dag knapte het op en hadden we een prachtig uitzicht over de fjord met een waterig zonnetje.  ’s Nachts begon het weer te gieten en we waren toch wel een beetje bezorgd dat alle riviertjes die we gisteren waren doorgereden, nu te hoog zouden staan. Maar dat viel alles mee. We hebben een filmpje hieronder van onze tewaterlating.

 En zo rijden we rustig door; nemen voor grootste gedeelte de Arctic Coast Way, die voornamelijk langs de noordelijke kust gaat. Dit rijden over rustige wegen (of bijna leeg) vinden we toch het mooist, we stoppen bij een vuurtorentje, of een mooie rotspartij in zee, of gewoon een mooi uitzicht, zetten een kopje koffie, maken lunch. Als je meer in de buurt van de ringweg komt dan is het veel drukker. Bij de bezienswaardigheden parkeer je en loop je met veel meer mensen naar een bepaald punt, kijkt daar even, hebt het gezien en je gaat weer weg. Het is meer zien dan meemaken.

En dan zijn er op dit moment nog niet eens touringcars met toeristen, soms een enkele groep toeristen met een kleine bus.

 Vlak voor Akureyri moeten we een lange tunnel door. Er staat dat het een toltunnel is, maar er zijn geen tolpoortjes. We denken dat we dan waarschijnlijk wel een rekening zullen krijgen op gescande autoregistratie. Maar de volgende ochtend als we de camping afrijden, zien we een poster met de mededeling dat je de tunnel online moet betalen, binnen 3 uur nadat je door de tunnel bent gereden. Tja, dat wisten we niet. Ik mail met de tunnel.is site en krijg een keurig bericht dat we alsnog kunnen betalen en dat zij dan handmatig de tijd zullen veranderen. We betalen online, sturen de voucher mee terug en krijgen weer een keurig berichtje dat we ‘all set zijn’ en worden ‘safe travels’ gewenst. We zullen niet de eersten of de enigen zijn die dit niet weten, maar het wordt snel en soepel afgehandeld.

De meeste mensen reizen met gehuurde auto’s of campers. Bijna alle auto’s die je ziet hebben een IJslands kenteken en de campers zijn ook meestal gehuurd (kan je ook zien aan de aanwijzingen die op de camper staan, waar water en waar brandstof in moet en vaak ook gewoon aan de naam van de verhuurmaatschappij). Huurcampers kosten hier trouwens een klein vermogen. Een 4x4 camper (unit in de bak van een pick-up) kost EUR 350 per dag, zonder de bijkomende kosten. Een gewone camper komt al snel op EUR 250 per dag.Af en toe zie je een Duitse camper en we hebben nog twee Nederlandse campers gezien.

Omdat de huur zo hoog is zie je ook veel mensen die een vouwwagen of een bestelwagentje gehuurd hebben. Zo’n bestelwagentje wordt gewoon als campertje gebruikt, dat wil zeggen dat mensen erin slapen en buiten koken en zitten. Dat kan in veel landen prima, maar in IJsland zou ik het toch wel te koud vinden om altijd buiten te moeten zitten.Ook zie je vrij veel gehuurde auto’s, vaak Suzuki Jimny, met een daktent. Nou hebben we dat ook in Namibië veel gezien, maar hier lijkt het wat out of place. Bovendien lijken ze heel klein. In Namibië zijn het een soort  omklap-daktenten. Hier is de daktent zo groot als het dak van de auto, een dunne kunststof koffer op de auto, die je ’s avonds opent, aan één kant scharnierend, dus schuin. Laddertje ertegen aan en pitten maar.  

 Ook denk ik dat veel mensen niet gewend zijn om met zo’n wagentje te reizen. Ook nu weer. Aan het einde van de dag komen veel campers/campertjes aan. De camping is nooit vol, soms half vol. Ook vandaag in Drangsness. Er komt een bestelwagentje achter ons staan, op nog geen anderhalve meter afstand. Het blijft altijd een raadsel waarom je zo dicht bij een ander gaat staan, als de rest van de camping nog meer dan genoeg plek heeft. 

Dat is overigens ook een schouwspel. Er is op de meeste campings maar een beperkte hoeveelheid stroompunten. Veel campers komen laat aan, want het is lang licht. En dan begint de dans om de stroompunten. Degenen die eerder zijn aangekomen hebben natuurlijk al een plek bij een stroompunt genomen. Maar de andere moeten ook stroom hebben, dus die gaan in de buurt staan, met een langer snoer. Zo krijg je een heel kluitje campers bij een stroompunt, terwijl de rest van de camping leeg is. Gelukkig hebben wij nooit stroom nodig, met ons zonnepaneel.

Het weer blijft een dingetje. Het is ook voor IJslandse begrippen koud. Mensen lopen met ijsmutsen op, dikke jassen aan en hopen ook op een beetje beter weer. Maar als je de weerberichten checkt geeft de ene site aan dat het de volgende dag zonnig wordt, een andere dat het zwaarbewolkt wordt en weer een andere dat je lichte of zware regen krijgt. In de praktijk hebben ze allemaal gelijk, vandaag aan het einde van de dag ook weer een zonnetje. En het is vandaag de hele dag rond de 11 graden geweest. Dat hebben we niet eerder gehad, zo warm.

 Opvallend is de rust op de wegen, ook op de ringweg is het niet druk en er rijden alleen auto’s, je ziet geen motoren, geen fietsers (heel af en toe toeristen op de fiets), geen hardlopers, geen wandelaars. In de fjorden zie je geen boten, al liggen er wel boten in de haventjes.

Oh ja, die meeuw op z’n nest, die John bij de vorige posting had gevoegd…. Die is natuurlijk niet echt, die heeft hij gemaakt in een heel leuk vogelmuseumpje. Zou wel wat zijn om zo’n foto te maken, maar helaas, nep, maar dat hadden jullie natuurlijk al door.





Godafoss waterval