23 juli 2020

IJsland 23 juli 2020


IJsland is een ijzig land. IJsland doet z’n naam nu wel heel erg eer aan. Toen we aankwamen was het lekker weer, een beetje zon, een beetje wolken en een graad of 15. Maar daarna is het gaan regenen en vooral stormen, horizontale regen dus. ’s Nachts stond de auto te schommelen op de windvlagen. We zijn desondanks naar de waterval Hengifoss gelopen, een flinke tippel steil de berg op. Ook zijn we het schiereiland Langanes opgereden, off road, helemaal naar het uiterste puntje, naar de vuurtoren, maar een mooi uitzichtsplatform dorsten we niet op. Het stormde zo hard, dat we dachten dat we in de oceaan geblazen zouden kunnen worden. Mooi, verlaten, ijzig, stormachtig. De temperatuur heeft hier nog nauwelijks de dubbele cijfers aangetikt. Maar toen hadden we toch opeens een mooie dag van de week, met wat zon en wat wolken.
Het landschap wint wel aan kracht in de somberte van de zware bewolking en harde wind.
En water, overal is water, meertjes, fjorden, rivieren en vooral veel, heel veel watervallen.

Gelukkig hebben we een goede kachel, een beetje oversized, maar dat betekent dat het binnen een paar minuten lekker warm is. ’s Morgens zetten we hem vanuit bed aan, dan hoeven we niet in de kou op te staan.

IJsland is nog steeds alleen open voor toeristen uit Schengenlanden (en Noorwegen en Zwitserland), maar omdat ook IJslanders zelf dit jaar voornamelijk in IJsland op vakantie gaan, is het toch druk op de campings. Niet vol, maar wel druk. Heel veel gehuurde campers, heel klein, soms alleen een bestelwagentje, of iets groter, of heel groot. Het merendeel van wat er op een camping staat zijn IJslandse auto’s, meestal gehuurd dus. Ook bij de bezienswaardigheden is het wel redelijk rustig, vooral de parkeerplaatsen voor bussen zijn nog helemaal leeg.
Indrukwekkend is ook een solfatarenveld: kokende modder met gasbellen, sissende gaten in de grond, met de geur van zwavel, ofwel rotte eieren.

Vreemd blijft het altijd dat het nu in IJsland niet donker wordt, om 2 uur ’s nachts is het nog steeds even licht als overdag. We gebruiken de zonneschermen als verduistering. Vreemd is ook dat, ook al is het licht, toch de straatverlichting in een stadje aangaat. Misschien om je eraan te herinneren dat het nacht is (als je de kroeg uitkomt).

Verbazingwekkend voor ons is de totale afwezigheid van je houden aan coronaregels. Er is wel beleid en de regels staan ook overal: houd 2 meter afstand, was je handen etc. Maar niemand houdt zich hieraan. In de rij bij een kassa staat iedereen dicht op elkaar. In een supermarkt is meestal wel één kassa met een zgn kuchscherm, maar verder nergens. Ook niet in restaurants, niet bij de balie van een camping. Gisteren stonden we buiten te wachten tot de receptie van de camping openging. Voor ons stond een duidelijk snipverkouden Duitse (jonge)man, hij niest in z’n handen, hoest openlijk enz. Vervolgens gaat hij naar binnen en hangt over de balie van de receptie van de camping, bijna in het gezicht van de receptie-medewerker te blazen. Maar ook zij doet geen stap naar achteren.

IJslanders omhelzen elkaar, staan in elkaars gezicht te schreeuwen en praten. Ik weet niet of wij nu al zo geïndoctrineerd zijn dat we dit allemaal verbazingwekkend vinden. Natuurlijk, IJsland heeft in totaal nog geen 2000 besmettingen gehad, met ‘maar’ 20 doden. En natuurlijk moet iedereen getest worden die IJsland binnenkomt, maar dat is niet waterdicht. En Duitsers hebben toch ook hun deel wel gehad.
Maar goed, wij houden afstand en reizen met je camper maakt dat ook makkelijker.


IJslandse pony's

Drijfhout. In het noorden komt veel drijfhout aan. Onderzoek heeft aangetoond dat dit boomstammen zijn die in het noorden van de Sovjet Unie via rivieren zijn vervoerd, maar door slordige verwerking in zee terecht zijn gekomen. Dit is voornamelijk uit de periode tot 1975. Daarna hebben ze betere verwerkingsmethoden ontwikkeld. 
De noordelijke kust ligt vol met dit soort drijfhout.

Dettifoss

Dettifoss op tot nu toe de enige zonnige dag

Hverir

Kokende modder met gasbellen in Hverir

Hverir

Hverir

Viti

Hverfell, explosiekrater

Say no more

Weet even niet meer waar deze is gemaakt

Walvismuseum in Husavik