Noorwegen, Lom, woensdag 6 juli 2022.
De zon hebben verruild voor regen. Was het eerst nog alleen wat bewolkt, nu regent het al ruim 36 uur; geen harde regen, maar een constante drizzel. Jammer, want alles is toch mooier met een zonnetje erop, maar we doen het er nu maar mee.
Finland is het land van de 1000 meren, maar Noorwegen heeft er minstens net zo veel. Overal water, kleine meertjes, kleine stroompjes, kleine watervalletjes. Maar ook grote meren, met grote ijsschotsen erin en dikke wallen sneeuw. En hier en daar grotere riviertjes, en hele grote watervallen. En dan natuurlijk nog de fjorden, met zijforden en daar weer zijforden van. Je bent eigenlijk nooit zonder water in je zicht. Heel veel verschillende waters en heel veel heel mooie uitzichten.
Toen we een tijdje terug in Stavanger waren, zijn we ook naar het oliemuseum geweest. Noorwegen is een belangrijke producent van olie en ook van gas. Het was interessant, zeker voor ons, want we wisten eigenlijk heel weinig van aardolie.
Maar omdat Noorwegen zoveel aardolie heeft en ook zelf raffinaderijen, zou je hopen dat de prijs van brandstof hier wat lager is, maar dat is zeker niet het geval. Wij betaalden vandaag € 2,69 per liter diesel. De andere kant is dat je heel veel elektrische auto’s ziet, veel Tesla’s …. Van de nieuw verkochte auto’s is 80% elektrisch in Noorwegen.
Interessant is dat Noorwegen alle inkomsten uit gas en olie in een staats(investerings)fonds stopt en dat dit op dit moment een omvang heeft van 1 miljoen USdollar per persoon. Maar wij zijn blij dat het ABP en PFZW voor het eerst sinds meer dan een decennium, de pensioenen wat verhoogt. Maar een miljoen, daar komen wij voorlopig nog niet aan.
Terug naar onze reis: we tuffen weer lekker door. We nemen waar nodig een veerboot over een fjord. Laten in Solvorn onze camper achter op een parkeerplaats en nemen als voetganger de veerboot over de Lustrafjord en wandelen aan de overkant naar het staafkerkje van Urnes. Een prachtig houten kerkje dat in 1129 oorspronkelijk als katholiek kerkje werd gebouwd. Het is een aantal keren gedeeltelijk afgebrand, zoals zoveel stadsdelen van grote steden ook is gebeurd.
We rijden door over de 55. Het noordelijke stuk gaat nogal steil omhoog, met veel wat krappe haarspeldbochten. En dan sta je op een hoogvlakte, met een gletsjer op de achtergrond. De sneeuw als een hoge wal naast de weg, gedeeltelijk bevroren meren, met ijsschotsen. Het is van een onwaarschijnlijke schoonheid, ondanks de donkere luchten erboven.
En iedere nacht staan we weer op een prachtig plekje, meestal nemen we een weggetje, rijden een paar kilometer van de weg af en zoeken een mooi plekje. Afgelopen nacht waren we omringd door een kudde schapen. Toen John naar buiten ging om ze te fotograferen, werd hij achterna gezeten door een schaap: Nou, joh, hou op, wegwezen, maar het schaap liet zich niet wegjagen en John wel. Door de hoogte waar we een paar keer hebben gestaan, is de kachel wel een noodzaak, zo blijft het toch lekker warm.