Malawi, Cape Maclear, 3 oktober 2019
Na een paar dagen in het kleine paradijsje waar we vorige
keer overschreven rijden we naar Liwonde NP. We gaan het park in en daar zijn
we tegelijk met prins Harry! Liwonde is een klein park en heeft geen
internationale faam, waarom hier? Blijkbaar traint het Britse leger rangers in
de parken van Malawi. In mei van dit jaar is een jonge Britse soldaat gedood
door een olifant. Prins Harry komt hier een plaquette leggen om de soldaat te eren
en gedenken.
Hij is President bij African Parks en heeft een paar jaar
geleden in Liwonde meegedaan met relocatie van olifanten. De wegen worden nat
gesproeid, want als je achter een andere auto rijdt zit je vol in het stof en
hij zal niet in de voorste auto zitten.
We hebben prins Harry niet zelf gezien, we zaten in een andere hoek van
het park toen zijn helicopter op de airstrip landde (alle NP hebben een
airstrip). De ranger bij de uitgang van het park is wel heel trots en ze laat
op haar telefoon foto’s zien van prins Harry.
We maken een mooie tocht door het park, zien vooral veel
olifanten, maar ook een leeuwin die rustig onder een boom bij de rivier ligt.
’s Middags maken we boottochtje over de rivier, mooi
avondlicht, veel, heel veel hippo’s, veel krokodillen, visarenden en olifanten
in het water. We komen af en toe gevaarlijk dichtbij olifanten die dat
niet leuk vinden. Maar de bootsman ziet
het anders dan wij en maakt zich niet druk.
De camping ligt ìn het park, zoals vaker, maar deze camping
heeft geen hek. Dat betekent dat de dieren over de camping lopen. We zien
overdag een grote kudu, wat apen en wat warthogs (wild zwijn). En de laatste
avond dat loopt er ook een olifant over de camping. Het is natuurlijk
stikkedonker, dus je ziet hem niet, maar hoort hem wel! We schijnen wat om ons
heen met een grote schijnwerper die we bij ons hebben en de olifant is wel heel
dichtbij, misschien 10 meter. We schuilen maar even in de auto, maar dat houd
je ook niet lang vol, want het is nog steeds heel warm en buiten staat in ieder
geval een beetje wind. Als we de olifant niet meer horen of zien besluiten we
toch weer buiten te gaan zitten, maar moeten daarna toch weer naar binnen wat
hij is weer in de buurt. Zo blijven we bezig
met die olifant.
In die laatste nacht gaat het regenen, in eerste instantie
wel lekker, want het is al dagen zo verschrikkelijk heet, een beetje afkoeling
is lekker. Maar het regent en onweert de hele nacht door. De volgende ochtend blijken we
in een grote plas water te staan en de wielen zijn zeker 15 cm. in de modder
gezakt. Als het droog is, lijkt de grond stoffig, droog, niet klei-achtig, maar
als het goed nat wordt dan wordt het drek. We proberen voorzichtig (in low gear
4x4) eruit te komen, maar de banden zitten gelijk vol met dikke klei-achtige
modder, we hebben dus niets meer aan het profiel in de banden en we komen geen steek vooruit. We halen de
zandplaten, nu modderplaten, uit de kist achterop en beginnen te scheppen om de
platen eronder te krijgen. Het lukt ook dan nog niet. We bedenken dat we anders
of eruit moeten worden getrokken, of op de camping moeten blijven tot de grond
droger is. We proberen het nog een keer en uiteindelijk lukt het om eruit te
komen en de bus op wat drogere grond te zetten. Als je de platen als zandplaat
gebruikt, kan je ze zo weer opbergen in de kist, maar modder…, dat is een ander
verhaal. Ze moeten eerst worden schoongemaakt, want anders passen ze niet in
elkaar en dus niet in de kist achterop. We krijgen hulp van de nachtwaker, die blij is met onze hulp aan hem en
wij met zijn hulp aan ons.
Het water dat op de camping uit de kraan komt is rivierwater
en heel modderig, daar willen we onze tank, pomp en waterfilter niet mee
vervuilen. Net buiten het park hebben we eerder een handwaterpomp uit een
borehole gezien. Er staan niet zoveel mensen, alleen wat kinderen die er
spelen. We halen onze jerrycans eruit en vragen of we water mogen halen uit de
pomp. Dat mag, maar zorgt ook voor hilariteit. Het dorp loopt uit om ons water
te zien pompen. Onze watervulopening zit aan de zijkant van de auto en daar
gooien wij dus het water uit die jerrycans in. Nou dat is ook hilarisch, gooit
die gekke blanke water in zijn tank, waarschijnlijk denken ze dat wij op water
rijden, zou wel handig zijn, maar helaas.
Overigens was de camping weer helemaal leeg verder. Het is
hoogseizoen in zuidelijk Afrika, maar waar zijn al die mensen die blogs
volschrijven over hun ‘big rig’, die grote vrachtwagens die tot
overlandvoertuig zijn verbouwd. Je ziet ze wel veel in Marokko, maar hier zijn
we er nog niet één tegengekomen, behalve die naast ons stond op de boot in Port
Elizabeth. De campings zijn vrijwel altijd leeg. De campings zijn vaak
onderdeel van een lodge, maar die hebben zelden wat gasten.
Maar soms kom je opeens op een camping op een zeer populair
locatie die wel redelijk bezet is.
Dat is nu het geval op Cape Maclear. Een populaire
bestemming aan Lake Malawi. We kiezen een camping, niet groot, maar ligt wel
heel mooi. Er staan al een paar mensen met een ‘bakkie’ met daktent, gehuurd in
Zuid-Afrika, Malawi of Zambia. In de middag komen nog meer mensen aan. En ook 2
Tjechische mannen in een Landrover, de eerste Europese auto die we in zuidelijk
Afrika zien. Helaas spreken ze wel heel slecht Engels, maar zij doen onze
ongeveer onze route in omgekeerde volgorde en dus gaan nog naar Mozambique Wij
geven hun onze Mozambikaanse simkaart en
wat geld dat wij over hebben en wij
krijgen hun simkaarten van Tanzania, Zambia, Botswana en Namibië. Nou, dat is
een goede ruil.
En het is hier wel weer heel mooi. Uitzicht op Lake Malawi,
dat zo groot is dat het een zee lijkt, met een zandstrand, met een eilandje
vlak voor de kust en een mooie zonsondergang. We nemen hier weer even rust,
doen een wasje, maken een wandeling door het dorp en bloggen wat.