8 oktober 2019


Malawi, dinsdag 8 oktober 2019

Na Cape Maclear rijden we naar Nkhotakota, aan het Malawi Meer. Nkhotakota heeft een donkere geschiedenis met betrekking tot de slavenhandel. Arabische slavenhandelaren gingen ver het binnenland in om vooral jonge mannen gevangen te nemen om als slaaf eerst naar Nkhotakota te worden gebracht, vandaar naar de overkant van het meer en dan lopend naar de kust om daar overzees verkocht te worden.
Het is de plaats waar Livingstone in 1863 de Arabische slavenhandelaar ontmoette om hem te overtuigen dat hij moest stoppen met de slavenhandel; tevergeefs. We zijn op zoek gegaan naar de boom waaronder dit beroemde gesprek heeft plaatsgevonden. Er staat ergens een bordje met een pijl waar deze boom zou zijn, maar vervolgens niets meer en ook geen echt grote boom gezien in de buurt.

De camping ligt mooi aan het water, maar pompt ook water van het meer op als water op de camping. Ook erg modderig en het stinkt wat. We vullen onze tank er niet mee.
We ontmoeten er een Nederlands stel, hij is kok en zij is verpleegkundige en willen een restaurant in Malawi beginnen. Daarnaast wil ze ook een paar dagen in de week in een ziekenhuis in Malawi werken.  Moedig om hier je geld in te steken.
Er is ook een Canadees stel, die een paar maanden in Malawi werken, op deze lodge/camping. Er is blijkbaar een programma, waarmee backpackers een paar maanden mogen werken tegen kost en inwoning.

We rijden de volgende dag weer verder, willen naar NP Nyika en Livingstonia, maar het is te ver voor één dag en breken de reis op in 2 delen. We komen door Mzuzu, een vrij grote stad, waar we langs een ‘begrafenislaan’ komen. Eerst allemaal timmerwerkplaatsen waar ze lijkkisten verkopen. Daarnaast een rij steenhouwers die grafstenen verkopen. Alles staat zeer aantrekkelijk opgesteld, zodat je een ruime keuze hebt. En daarna begint het deel waar de ‘funeral service’  worden verhandeld. De eerste heet: Sunset Funeral Service. Je zou het zelf niet verzinnen.

We hadden gepland om naar Livingstonia te gaan en in de bergen bij NP Nyika te overnachten.  We gaan ’s morgens vroeg op weg, maar de weg is zo slecht. Steil ophoog, onverhard, rotsachtig, met diepe geulen. We besluiten terug te gaan. Heel jammer, want we hadden ons wel verheugd op een dag in de bergen, maar niet te doen. En de bus moet ook nog wel een stukje langer mee.

Wellicht goed om nu ook de bus eens even aan het woord te laten. We sturen hem alle wegen op en af en toe zegt hij zachtjes “oh, moet dat nou echt? Hou een beetje rekening met mij”. Ook bij het berg op en berg af gaan is hij af en toe wat moe. Maar hij geniet ook wel van alles waar hij naar toe mag rijden. Hij snort lekker. Hij krijgt beter te eten dan we gedacht hadden, goede kwaliteit diesel. En in ruil daarvoor is hij er ook zuinig mee, 1 op 8 is niet gek voor zo’n zware oude diesel. Hij zweette laatst een beetje bij z’n hoofdkoppelingscylinder en dat heeft John gelijk op een camping opgelost, want je moet er niet aan denken dat je koppelingsdruk wegvalt als je in een wildpark bent. En John heeft uiteindelijk altijd alles voor de bus bij zich.
Kortom, met us and the bus gaat het goed.

We zijn inmiddels dichtbij de grens tussen Malawi en Tanzania. Omdat we niet naar Livingstonia zijn gegaan, en nog niet de grens met Tanzania over willen, zoeken we al vroeg op de dag weer een camping op.  De campingeigenaar, André,  blijkt een Nederlander te zijn, die hier een preschool heeft voor lokale kinderen.  We zijn van harte welkom in de klasjes, die vooral gericht zijn op spelend leren. We komen terecht in level 1, kinderen van 3-4 jaar, die net een paar weken geleden op deze school zijn begonnen. Ze leren al het benoemen van kleuren en vormen (dit rood en het is vierkant)en tellen. Om ze niet teveel te laten zitten, wordt er ook gedanst. Sommigen dansen al uitbundig, anderen staan stijf als een stok te luisteren naar de muziek.
De lokalen zien er goed uit, goed in de verf, leuk versierd voor kinderen van die leeftijd en de onderwijzeres is heel levendig met de kinderen bezig. En er is een kleine speeltuin. Heel, heel leuk om te zien.
André komt nog even bij ons zitten en praten wat over wat mooi en moeilijk is aan het werken in deze omstandigheden.

Morgen gaan we naar Tanzania, ben altijd benieuwd of de grensovergang een beetje soepel gaat. We zullen het morgen zien.

Wat vinden we van Malawi? Wisselend, een mooi land, met mooie bergen, een heel groot meer met veel strand en campings aan het meer. Malawi staat bekend als ‘het warme hart van Afrika’ met name omdat de mensen zo vriendelijk zijn. Dat klopt, mensen zijn vriendelijk, maar naar mijn gevoel niet meer of minder dan in Mozambique (wel vriendelijker dan in Zuid-Afrika). Wat verder opvalt is de hoeveelheid hulporganisaties en projecten waar door internationale donoren aan wordt bijgedragen. In ieder dorp staan borden met projecten en logo’s van de hulporganisaties. Hoe klein het dorp ook, soms maar een paar huizen, maar er is een project met internationale donoren. We hebben er op het laatste stukje naar deze camping er een paar gefotografeerd. De meeste zijn gericht op één of andere vorm van onderwijs, farming, fishing, primairy school, secundairy school. Maar je ziet weinig landbouw, weinig veeteelt, heel af en toe een kleine kudde koeien; wel veel kippen en geiten langs de weg. Soms zie je iemand lopen met een varken aan een touwtje (of achterop de fiets vastgebonden, zie je in Den Haag ook niet zo gauw).
Malawi staat bekend als een zeer arm land. Toch komt het wat welvarender over dan Mozambique, waar de lokale bouwstijl toch vooral nog rieten hutten waren en mensen vooral lopen. Hier in Malawi zie je geen rieten of lemen huizen meer, niet langs de hoofdweg, maar ook niet als je verder van de weg afgaat. Alle huizen en gebouwen zijn van rode (gebakken) bakstenen gemaakt. Ze worden op de bouwplaats gemaakt, eerst de klei in de vorm en daarna bouwen ze een oven van de ongebakken stenen, stoken die op en dan heb je gebakken bakstenen.
Je ziet veel fietsers, vaak ook als een soort taxi, spring maar achterop voor 100 Kwatcha (ca. 10 cnt). Je ziet ook veel brommers, die ook vooral als taxi worden gebruikt. Je kunt ook wel met z’n tweeën achterop  op een brommer. Met kinderen kan je zelfs wel met drie achterop.
Het wisselende gevoel bestaat er vooral uit dat er zoveel mensen om geld vragen. Ze fietsen of lopen ergens en als je stopt rennen ze op je af en zeggen: give me money. Zo vaak en zoveel dat we er een beetje moe van zijn geworden.  
Maar goed, het zijn allebei zeer arme landen, waarbij Malawi 171 op de wereldranglijst staat en Mozambique 180 uit 189 landen. 

Morgen dus naar Tanzania, wel weer benieuwd.