Namibië, 26 november 2019
We zijn dus inmiddels in Namibië, wel één van de
hoofdbestemmingen van deze reis. We hebben 90 dagenstempel gekregen in ons
paspoort en al gaan we dat niet helemaal opmaken, we hebben wel gepland om de
Kerst in Namibië te zijn. Dat is gelijk ook ons dilemma. We plannen wel, maar
dat is heel globaal. Wel wat we willen zien, maar op welk moment we daar dan
zijn, dat ligt niet vast. Maar de grote zomervakantie voor Zuid-Afrika begint
half december tot half januari en Zuid-Afrikanen zijn nogal outdoor-mensen, dus
die reizen massaal af naar campings in Namibië en Zuid-Afrika. Er wordt dan ook
geadviseerd om al je accommodatie (ook campings) ruim van tevoren te boeken. En
dat is een probleem, want wij kunnen niet zo strak plannen. Voorlopig plannen
we dus maar week voor week en proberen dan campings te reserveren die van de
Namibian Wildlife Reserves zijn.
De grensovergang van Botswana naar Namibië was een eitje. We
rijden het grensterrein van Botswana op; parkeerplaats helemaal leeg en geen
fixers. We gaan naar het immigratieloket om een exitstempel in ons paspoort te
halen, maar zonder goedemorgen of andere begroeting wordt ons gecommandeerd dat
we een formulier moeten invullen, dat op een tafeltje achter ons ligt. Daarna
krijgen we een exitstempel. Ook het Carnet de Passage wordt weer vlot
afgestempeld en klaar zijn we aan de Botswanakant.
Daarna rijden we naar de Namibische kant, ook geen andere
auto op het parkeerterrein. Binnen zijn er 3 loketten naast elkaar. De eerste
voor immigratie: stempel in ons paspoort en mogen tot 18 februari 2019 blijven,
dat was nog wel even een foutje, moet 2020 zijn. Bij het 2e loket
wordt ons Carnet de Passage soepel afgestempeld. En bij het 3e loket
moet je roadtax betalen. Dat was nog wel even lastig, want je betaalt aan de
hand van het gewicht van de auto. Dat doen ze hier niet fysiek maar op basis
van het kentekenbewijs. En daar begrijpt hij helemaal niets van. Het gewicht van de bus
staat er wel op, 3030 kg, maar ook het maximale gewicht, 3500 kg en het
technische maximale gewicht 4600 kg. En ons kentekenbewijs is alleen in het
Nederlands. Daar kan hij niet over uit, dat het er niet ook in het Engels
staat. Hij wil ons gelijk voor het zwaarste gewicht op het kentekenbewijs
aanslaan, maar daar gaan we niet mee akkoord. De bus weegt geen 4600 kg, maar
3030 kg. Nou ja, dat kunnen wij wel
zeggen, maar waar blijkt dat uit? Nogmaals uitgelegd hoe het zit, maar hij
blijft er ongelovig naar kijken en z’n hoofd schudden. Uiteindelijk gaat hij
akkoord met het gewicht van 3030 kg, maar blijft mopperen dat dat ook in het
Engels op het registratie/kentekenbewijs moet staan. Op zich heeft hij zeker
een punt, maar ja, wij kunnen er ook niets aan doen. Ook als we even met elkaar
een paar woorden wisselen, wil hij dat we alleen tegen hem praten en niet tegen
elkaar.
Er is geen ATM bij deze grenspost en we hebben nog geen
Namibische Dallars. Gelukkig is de Namibische Dollar 1 op 1 gekoppeld aan de
Zuid-Afrikaans Rand en dus mogen we ook met Rand betalen. Die hebben we nog
zat, dus dat is dan ook weer opgelost.
Even later komen er 2 Nederlandse jongens binnen, die ook
roadtax moeten betalen. We hebben deze jongens de avond ervoor op de camping
ontmoet. We maken een praatje. Zij hebben geen Rands of Namibische dollars en
we wisselen wat Euro’s voor Rands voor hun. De roadtaxofficer vindt dit zeer
storend, ze mogen niet meer met ons praten. Die roadtaxjongen moet nog wat
loskomen denk ik.
Is de regentijd inmiddels begonnen? Nog niet echt, maar het
regent wel af en toe. Early rains noemen ze het, nog niet regentijd. Op de
camping in de Okavango Delta, een paar dagen geleden, begon het verschrikkelijk
te stormen en onweren in de verte. Het heeft de hele avond gestormd, maar er is
heel weinig regen gevallen. En nu al weer een paar dagen helemaal geen wolkje.
Dat betekent dan ook dat het niet afkoelt. Het is elke dag
tegen de 40-42 graden en dat is heel, heel warm. Gelukkig zijn de avonden niet
zo warm meer en als we naar bed gaan is het binnen meestal een redelijke 30
graden. Nou is het inderdaad heel warm, maar het is ook wel een hele droge
warmte, die beter te verdragen is dan een lagere temperatuur met een hogere
luchtvochtigheid. Ik zag op een weathersite dat de luchtvochtigheid hier 27%
is. Dat lijkt me erg laag, maar heb zelf geen hygrometer bij me.
Maar af en toe zijn we de warmte wel zat. Je energie is
beperkt en als je wat doet, dan is het al heel snel veel te warm. Het eten is
ook wel moeilijk. Wie gaat er staan koken in zulke warmte, binnen of buiten
maakt niet uit. En we hebben ook niet veel trek, dus is het al snel goed. Veel
salade, dat wel. Gelukkig kan je hier bijna overal ijsbergsla, komkommer,
tomaat, tonijn, feta e.d. krijgen, zodat we nog wat variatie kunnen aanbrengen.
We zijn in Etosha NP, ook weer een natuurgebied rondom een
hele grote zoutpan. Het is een bekend park, met dus ook relatief veel
toeristen, maar het komt niet in de buurt van de hoeveelheid mensen die je in
een groot park als Kruger ziet, terwijl het toch ongeveer even groot is. Het
staat niet bekend om de hoeveelheid dieren die er zijn, maar we hebben er heel veel gezien. Ook hele
bijzondere tafereeltjes, kijk maar naar de foto’s.
Bij het eerste waterhole waar we waren, was een groep
hyena’s een karkas aan het afkluiven. Een paar jakhalzen wilden ook een deel,
probeerden telkens een beetje stiekem onder de hyena’s door wat vlees van het
karkas af te trekken, maar worden iedere keer met een grauw verjaagd.
Later, bij een waterhole, stond de vlakte vol
met zebra en wildebeest (gnoe), met veel impala en springbok ertussen en op de
achtergrond nog een groep gemsbokken en kudu. Een vlakte zo vol dat je het kunt
vergelijken met Serengeti’s ‘migration of the wildebeest’. Verder nog een
eenzame neushoorn op de zoutvlakte en eentje die een half bad had genomen. Heel veel giraffes, wat olifanten, veel
struisvogels. Het komt ook omdat het
echt droogste tijd van het jaar is en er nergens anders water is dan in de
waterholes. Als je daar gaat staan trekt het dierenleven aan je voorbij.
Opvallend is ook zoveel leeuwen als we gezien hebben, eerst
een leeuwin met drie welpjes bij een waterpunt. Wel bijzonder dat de leeuwin
geen staart had, de welpjes renden wat om haar heen, speelden met elkaar, maar
dronken nog niet uit het waterpunt; de leeuwin wel. Mogelijk worden ze nog
gezoogd. En langs de weg drie leeuwinnen die een gemsbok hebben omgelegd en
daar zo van genieten, dat één wel haar kop in het karkas heeft, maar daar
alleen een beetje ligt te soezen. Er liggen 4 welpjes bij, die op apegapen liggen,
mogelijk hebben ze ook al wat mogen eten.
Ook af en toe een leeuw die langs de kant van de weg in de
bosjes ligt.
Bij een waterhole lagen 2 leeuwinnen en een jonge leeuw. De
leeuw springt op en gaat achter een nietsvermoedende giraffe aan, die zet het op
een lopen en wint uiteindelijk. Ook daar hebben we foto’s van. En John wilde
nog een keer stoppen om een mooie landschapsfoto te maken. Ik kijk toevallig de
andere kant op en daar liggen 2 leeuwen. John roept, oh f…. en dat was het ook,
zie de foto.
Ook nog een dode olifant, waar de jakhalzen mee bezig waren.
Jakhalzen zijn niet zo groot en een olifant wel, dus ze lopen in z’n geheel
naar binnen, eten daar hun deel en komen dan weer naar buiten. Lopen af en toe
naar het waterpunt om wat te drinken en gaan weer bij de olifant naar binnen.
En jong, klein jakhalsje stak z’n hele voorste deel van z’n lijf via de
achteropening van de olifant naar binnen. Is misschien ook wel veel lekkers te
halen, je weet niet wat ze lekker vinden.
En op de voorgrond lagen nog wat delen van een giraffe, maar
dat was al veel ouder en werd niet meer bezocht.
En vandaag bij het laatste waterhole, bijna geen dieren,
opeens zie ik een honeybadger aankomen. John is niet onder de indruk, denkt dat
het gewoon een mongoose is, maar ik heb de honeybadger nog niet eerder gezien.
Hij is mooi, maar gaat door de modder liggen rollen en daarna door het zand.
Tja, dan blijft er ook van een mooie honeybadger niet veel meer over.
Prachtig, prachtig, maar dat kan je wel op de foto’s zien.
We zijn inmiddels Etosha uit, in 6 dagen van oost naar west
er doorheen gegaan. We staan nu op een camping en het onweert heel hard en het
regent ook wat. Dat zal lekker opfrissen (hopen we).