28 januari 2020


Den Haag, 27 januari 2020

We zijn thuis. Afgelopen vrijdag thuisgekomen, via Istanbul. En het was wel heel koud, opeens naar 2 graden bij landing op Schiphol. Dat weet je wel van tevoren, maar voelen is toch anders.
De terugreis is soepel gegaan, zij het dat we van Johannesburg naar Istanbul, ca. 6-7 uur turbulentie hebben gehad (van de 9,5 uur). Mijn maag had er moeite mee, maar dat is snel over als je weer op de grond staat.

We hebben de bus afgelopen donderdag in Port Elizabeth naar een warehouse gereden. Dat verloopt eigenlijk vreemd, want eerst komt de douane langs bij het kantoor van de forwarder, die kijkt alleen naar het chassisnummer en kijkt verder nergens naar. Vervolgens rijden wij achter de forwarder aan naar een loods, daar staan nog 2 campers te wachten op verscheping. Het is dus niet een loods achter de douane, zoals we eerst dachten. De bus wordt de dag voor de boot aankomt in Port Elizabeth (gepland voor 30-31 januari) naar de haven gereden en hoeft niet nogmaals door de douane. Het voordeel is wel dat we alle kasten hebben kunnen afsluiten, want de douane heeft formeel groen licht gegeven. De loodseigenaar en de douane hebben alleen de contactsleutel. Niemand heeft dus sleutels van bergruimtes. En we hebben ons Carnet de Passage al afgestempeld meegekregen. Als we de bus ophalen in Bremerhaven gaat het laatste stempel erop en kunnen we ons deposito terugvragen.

En we weten nog steeds niet of de boot nog tussenstops maakt in andere Afrikaanse havens. Maar goed, daar kunnen we nu toch niets meer aan doen. We moeten het allemaal rustig afwachten.

Dit is dus ook het einde van het blog. Tenminste voor deze reis, want we hebben wel al plannen voor een volgende reis: door Rusland naar Mongolië en dan door Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan en weer terug naar huis. Waarschijnlijke komend voorjaar, zomer en najaar.

We laten natuurlijk nog wel even weten of… en hoe de bus is aangekomen. Dat is voorlopig gepland voor eind februari. Dus check de blog nog een keer begin maart als je wilt weten of we de bus nog hebben voor een volgende reis….

Bedankt voor het meeleven en meekijken met deze reis.


21 januari 2020


Zuid Afrika, 21 januari 2020.

In East London geweest voor verscheping en weer terug in Port Elizabeth. Dat klinkt eenvoudiger dan het was en nog steeds is. Waarschuwing: verderop wordt dit een zeurverhaal.

Afgelopen zaterdag uit Port Elizabeth naar Addo Elephant NP gereden. Helaas kwam er de avond ervoor steeds meer bewolking opzetten en de dag dat we naar Addo gaan is het somber, regenachtig, en fris (23 graden). In Addo hebben we wel een flinke kudde olifanten gezien en nog wat kudu, maar verder was er niet veel te zien. Dat is ook logisch want het droge seizoen is voorbij, alles is groen, dus je ziet minder, maar vooral betekent het dat er overal waterpoeltjes zijn, die verder van de wegen afliggen. De dieren zijn niet meer afhankelijk van de grote waterpoelen die langs de wegen liggen. Je ziet minder omdat ze over een veel groter gebied zijn verspreid dan bereikbaar met een auto.

Dinsdag moeten we de bus inleveren bij de haven, dus rijden we de volgende dag (zaterdag) al op ons gemak naar een camping vlakbij East London. Het is nog steeds regenachtig weer, somber, fris met nu nog maar 20 graden overdag. Zondag en maandag willen we gebruiken om de bus te prepareren, alles uit lades halen en in de kast proppen, bij de forwarder langs te gaan en nog boodschappen te doen. We zoeken uit wat we met onze vliegbagage meenemen en wat in de bus kan blijven. Jammer is dat het de hele tijd regent en we dus niets naar buiten kunnen gooien om meer ruimte te hebben. We moeten alles doen in de paar kubieke meter in de bus.

We hebben overwogen om nog 8 dagen hier rond te hangen tot onze originele vlucht van 31 januari vanuit Port Elizabeth, maar dat voelt als rondhangen en bovendien is het weer nat en fris, dus we besluiten om na het inleveren van de bus, direct naar NL terug te reizen.

We maken daarom een boeking voor een hotel voor 2 nachten in East London, we nemen het er eens van en boeken een mooi hotel. We boeken de bus van East London naar Port Elizabeth, we boeken nog een hotel voor één nacht in Port Elizabeth en we boeken de vlucht van Port Elizabeth naar Amsterdam voor de 23ste. Zo, all set.

Maandagochtend vroeg, krijgen we een mailtje dat we direct contact moeten opnemen met de forwarder en dat ze ons Carnet de Passage nodig heeft voor de verscheping. Dat klinkt niet goed maar omdat ze ook om ons Carnet vraagt denken we nog niet aan een groot probleem. We bellen en horen dat de boot mogelijk niet naar East London gaat maar naar Anchorage (Alaska)… (mogelijk….) De volgende boot vanuit East London is 8 februari…. Ik vraag haar wanneer ze dit heeft gehoord: vrijdagmiddag… Waarom heb je ons niet geïnformeerd? Ja, het was niet zeker en allerlei excuses waardoor het eigenlijk aan ons ligt dat ze ons niet heeft geïnformeerd. Woest, natuurlijk. Dat een boot, zo laat nog, van plan verandert, dat kan gebeuren, het een veranderlijke business. Maar dat ze op vrijdagmiddag wist dat het mogelijk niet door zou gaan en dat ze ons niet heeft geïnformeerd is mijn inziens onvergeeflijk.

We sturen gelijk een bericht aan Sea Bridge die de verscheping voor ons boekt. Op 31 januari gaat er een boot vanuit Port Elizabeth. Ze weet niet of die nog aanlegt bij andere havens in Afrika.
We nemen contact op met de forwarder in Port Elizabeth, die bevestigt dat er een boot is op 31 januari.
Maar ja, wat te doen, we hebben net ons vliegticket geboekt voor de 23ste. Dat is niet refundabel.

Ik bel met het mooie hotel dat we (voor die dag al) hebben geboekt in East London en vertel het verhaal. Ik word teruggebeld door de manager, die zegt dat hij de verscheping voor ons kan regelen, dan we laten de bus bij hem achter en hij zorgt dat hij 8 februari op de boot komt, of zo nodig in Port Elizabeth op 31 januari. Heel aardig en hij klinkt oprecht, maar we hebben er toch wel moeite mee om de bus zo achter te laten bij iemand die we niet kennen, met de sleutels. Bovendien wordt ons Carnet de Passage dan pas veel later door de douane afgestempeld en moeten we dat dan maar zien terug te krijgen. Zonder het Carnet krijgen we ons deposito (als onderpand van de waarde van de bus) niet terug.
De man belooft ook dat hij onze credit card niet zal chargen voor het bedrag van boeking in zijn hotel. Dat is aardig, de lichtpuntjes van de dag.

We bellen weer met de forwarder of zij wellicht hetzelfde kan doen voor ons in Port Elizabeth. Dat kan. We leveren de auto in bij een zogenoemd ‘bonded warehouse’, dat is achter de douane. Daar blijft hij 10 dagen staan en wordt dan de boot van 31 januari opgereden. We moeten dan wel nu terug naar Port Elizabeth om het allemaal op tijd te kunnen regelen voor we de 23ste vliegen dan hebben we ook op tijd het Carnet afgestempeld terug. Dat is één ding.

Maar wat vinden we ervan dat de bus dus 10 dagen Port Elizabeth staat? En we weten nog steeds niet of de boot van 31 januari niet in 5 Afrikaanse haven aanlegt. Wat is wijsheid? Toen we de bus in augustus ophaalden, heeft hij ook 3 dagen achter douane gestaan omdat het weekend was en dat ging goed. De forwarder geeft ook aan dat het heel veilig is en dat er nog nooit wat gebeurd is met een voertuig waarvoor zij het vervoer regelden. Ja, ze zal het niet zeggen als het wel zo is.
We besluiten dat we het maar uit handen moeten geven.

We rijden terug naar Port Elizabeth, onderweg bel ik het guesthouse in Port Elizabeth waar we 1 nacht zouden overnachten voor onze vlucht naar NL en vraag hem of hij vandaag al plek heeft en dan voor 3 nachten. Geen probleem.

En, onderweg krijgen we een lekke band. We hebben 22.000 km gereden zonder enig probleem, geen lekke band, niets en nu rijden we in een stuk ijzer. Gelukkig zien we het net bij een benzinestation, en is er een lokaal tentje waar je er een plug in kan laten slaan. Er wordt wat lucht bij geblazen en we gaan weer. Onderweg nog wel gecheckt of de band goed op druk blijft.

We komen net voor donker aan in Port Elizabeth en de guesthouse-eigenaar (Zwitser/Zuid-Afrikaan) heeft ons upgradet naar een appartementje, met keuken en alles. Heel aardig.
En John gaat de volgende ochtend aan de slag om de geplugde band te verwisselen voor de reserveband. Je wil niet dat de bus bij de douane staat en de band langzaam leeg loopt en dan  niet de boot op kan, of ze rijden de band aan gort.

Maar goed, het lijkt allemaal wel te gaan passen. Of het echt goed gaat kunnen we pas eind februari zien als de bus van de boot komt, overigens in Bremerhaven en niet in Zeebrugge (zoals de boot vanuit East Londen). Dat moeten we eind februari nog maar oplossen, hoe we in Bremerhaven komen met openbaar vervoer.  Dat zal het minste probleem zijn in deze hele fuck-up.

Om te ontstressen heeft John wat foto’s van mooie oude auto’s uitgezocht.











17 januari 2020


Zuid-Afrika, 16 januari 2020.

We zijn rond, we zijn weer in Port Elizabeth. Maar hoewel de bus in augustus van Zeebrugge naar Port Elizabeth is verscheept, wordt de vertrekhaven nu East-London. We hebben in de afgelopen 2 weken contact gehad met Sea Bridge over de verscheping. Er zijn toevallig op dit moment niet zoveel opties. De boot die voor ons het beste uitkwam, zou op 1 februari uitvaren vanuit Durban (900 km noordelijk van Port Elizabeth), maar die stopt in Dakar. We hebben liever geen stops in Afrika, want dat maakt het risico op diefstal uit de bus veel geringer. Helaas wordt er het meest gestolen in Afrikaanse havens. Er is te weinig toezicht op wie zo’n groot schip op en af gaat.
We hebben dus gekozen voor een boot die vanaf East-London (ca. 300 km noordelijk van Port Elizabeth) gelijk doorvaart naar Europa (Spanje en daarna Zeebrugge)). Deze boot vertrekt al op 23 januari.

En hiermee is opeens de reis voorbij. Tenminste zo voelt het. We moeten van alles plannen, de verzekering tijdens de overtocht; de forwarder mailen; bedenken of we ons ticket veranderen (staat op 31 januari)  of dat we ruim een week ergens in een hotel of guesthouse gaan. We bespreken hoe we de bus weer gaan prepareren voor de boot. Alles in alle kasten proppen, zodat het achter een slot(je) zit.
Door al dit plannen hebben we het gevoel dat we aan het einde van onze reis zitten. Het einde is sneller in zicht dan we gedacht hadden. We zijn een beetje sentimenteel als we door de buurt rijden waar we bijna 6 maanden geleden in een guesthouse zaten te wachten tot de bus zou aankomen; spannend hoe hij eraf zou komen, of alles er nog in zou zitten.
Eerst vonden we jammer dat er zo snel een einde aan onze reis komt, maar inmiddels is het ook wel goed zo. Alleen jammer dat het in NL geen zomer is, dat wordt even wennen.

Na Kaap de Goede Hoop hebben we een stuk door het wijngebied van Zuid-Afrika gereden; Stellenbosch, Franschhoek. Het is prachtig; groene dalen, ruige bergen. Het is net Zuid-Frankrijk. We rijden daarna route R62, dat zou net zoiets moeten zijn als Route66 in Noord-Amerika, maar er zitten zeker wat mooie stukken in, maar is verder wat saai. We rijden naar de kust en blijven een paar dagen heerlijk aan het strand staan.

Daarna pakken we een deel van de Garden Route op: Plettenberg, Tsitsikamma. Prachtige kustlijn, maar dat zie je wel op de foto’s.

Als laatste hebben we gepland om nog een keer naar Addo Elephant NP te gaan. Dat is een groot wildpark en ligt een uurtje rijden boven Port Elizabeth. Daar zijn we bijna 6 maanden geleden ook onze rondreis met de bus begonnen en het is mooi om daar ook weer af te sluiten. En dan rijden we door naar East-London.

De bus, jongens wat trekt die een bekijks. Al de hele reis. Bij benzinestations willen de pompbediendes altijd weten waar de bus vandaan komt, of hij echt 4x4 is. Dat er een bed, een keuken en een koelkast in zit, vinden ze ook ongelooflijk. Maar ook zomaar, als we op de weg rijden, dan beginnen wegwerkers enthousiast te zwaaien, hun duim naar de bus op te steken. Vandaag hebben we de bus gewassen om het zout van de onderkant zoveel mogelijk te verwijderen met een hoge drukspuit. Een oudere man staat buiten en vraagt  waar we die bus vandaan hebben. Hij vindt hem prachtig en zijn vrouw wil een camper, een buscamper, of we de bus willen verkopen… (nou, wat dacht je zelf…). Maar gisteren kregen we een reactie die we nog niet eerder hadden meegemaakt. We hadden een zij-uitstapje gemaakt naar een lagune met een prachtige smalle strook strand tussen de lagune en zee. Er staan wat auto’s in het zand geparkeerd en wij hebben de bus daar ook geparkeerd. We waren al aangesproken door Nederlandse vakantiegangers over de bus, maar we willen instappen en wegrijden, als een man komt aanrijden, zijn auto vlak voor onze bus zet, eruit springt en gehaast op ons afkomt: “What’s the name of the bus?” Nou, eh, Mercedes. “No, the model?”John vertelt hem dat en hij zegt: “Cool, I’ll google that” Springt in z’n auto en rijdt weg.
Thumbs up for the bus!








9 januari 2020


Zuid Afrika, 9 januari 2020

We zijn weer in Zuid Afrika. We zijn de grens tussen Namibië en Zuid Afrika overgegaan bij Sendelingsdrift, een kleine grenspost aan de Oranje Rivier. We hebben al een dag langs de Oranje Rivier gereden aan de Namibische kant als we bij de grens komen. Grote stenige bergen, met een dikke strook groen langs de Oranje Rivier. Een rivier die voor de verandering ook werkelijk water bevat. Want hoe mooi de Fish River Canyon ook was, er waren alleen wat poeltjes beneden, geen rivier.
De Oranje Rivier is een rustig kabbelende rivier. Aan beide zijden zijn diamantmijnen. Aan de Namibische kant is dat het zuidelijk deel van het Sperrgebiet, waar Kolmanskop het noordelijk deel van was.
Aan de Zuid-Afrikaanse kant is dat een voortzetting van de bekende Kimberley diamantmijnen. De Oranjerivier neemt ook diamanten mee die uiteindelijk aan de monding in zee belanden. Daar worden dus ook diamanten gemijnd.

Als we laat in de middag bij de Namibische grenspost komen, zijn we volgens het registratieboek de 4e klanten die de grens over willen die dag (Oudejaarsdag). De border official doet zowel het uitstempelen van de paspoorten als het Carnet de Passage, normaal moeten we daarvoor naar Customs, maar hier zijn we in 5 minuten klaar, we kunnen gaan. We stappen weer in de bus om naar de ferry te rijden die ons naar de Zuid Afrikaanse kant van de Oranje Rivier brengt. Maar daar komt een hele dikke official aan die onze bus moet inspecteren op diamanten. Prima. Hij trekt alle kastjes en lades open, kijkt onder het voeteneind van de matras. Maar hij kijkt niet achterin. Net of, als je diamanten wilt smokkelen, je ze in het keukenkastje legt. Maar goed, hij heeft zijn werk ook weer gedaan.

We rijden een paar honderd meter naar de ferry. Daar kunnen 2 auto’s op, maar we zijn de enigen. Waarschijnlijk zijn ze al gewaarschuwd dat er weer klanten zijn, want ze komen al vanaf de Zuid Afrikaanse kant aan, langs een kabel die over de rivier is gespannen.

Aan de overkant gaan we naar immigratie, de dame daar bewondert onze bus. We krijgen een stempel voor 90 dagen. Alle horrorverhalen op internet dat het zo moeilijk is om een tweede keer Zuid Afrika in te komen binnen een jaar, zijn hier niet van toepassing.
Vervolgens naar de volgende deur, naar de politie, die hier dubbelt als customs en ons Carnet afstempelt.

We rijden Richtersveld NP in en gaan naar een camping aan de Oranje Rivier. In de avond maken we een groot vuur, want het is wel Oudejaarsavond en we trekken een wat zoete fles bubbels open. Het nieuwe jaar kan beginnen, wel heel rustig, want we zijn weer eens de enigen op de camping. We hebben geen internet en weten niet hoe de jaarwisseling in de rest van de wereld is verlopen.
Ook daarna, als we naar een andere camping in Richtersveld NP rijden, krijgen we helemaal geen signaal, geen internet in het park. We komen op een pas die veel moeilijker blijkt te zijn dan we verwacht hadden en hobbelen over rotsen en door zand naar onze volgende camping ook weer aan de Oranjerivier. De weg terug, 2 dagen later, is andere koek. We moeten 45 km rijden om het park uit te komen en doen daar 5 uur over, weliswaar met koffiepauzes. Het is pas na pas, over dan weer stenig terrein, rotsen en diep zand in de valleien. Prachtig, maar heftig rijden. We komen 1 andere auto tegen, met een jong stel uit Johannesburg, die roepen dat wij de eerste auto zijn die ze in 2 dagen zijn tegengekomen. Het is inderdaad heel rustig in Richtersveld en heel, heel mooi. Het is de enige echte woestijn van Zuid-Afrika met minder dan 50 mm. regen per jaar, maar blijkbaar heeft het al een paar jaar niet meer geregend. Er komt wel wat vocht van de zeedamp en dauw.

We rijden het park uit naar een kustplaats. Inmiddels moeten we wel nodig tanken. Als we uitstappen slaat ons de kou met een harde wind ons tegemoet. Het is hier aan de kust opeens 15 graden koeler dan in Richtersveld.
Het enige benzinestation is dicht op vrijdagmiddag. Wij hebben nog 2 jerrycans met diesel achterin, dus gooien we een jerrycan leeg in de tank. Blijkbaar zijn ook andere mensen verrast dat het benzinestation is gesloten. En vragen of wij voor hun niet een beetje benzine hebben. Nou nee, wij hebben diesel, dat willen ze inderdaad niet hebben.

We rijden door naar een kustplaats met een camping. We komen in een vreemd dorp terecht. Duidelijk een vakantiedorp met veel vakantiebungalows. Op de camping is het nog redelijk druk met Zuid-Afrikanen op vakantie. Dat betekent veel attributen rondom hun caravannetje. Een partytent, luifel, een rek voor de afwasteil en afdruiprek, een tafel voor de waterkoker. En natuurlijk alles wat je verder nodig hebt om buiten te koken. En natuurlijk veel tentjes als je met meer dan 2 personen bent. We zien op één klein stukje 5 grote tenten staan, het past er precies op.
We staan pal aan het strand met een mooi uitzicht op de zonsondergang. Maar wij vinden het fris met een graad of 25 overdag, maar tegen de avond is het toch al afgekoeld tot hooguit 20 graden met een harde oceaanwind. En iedereen blijft in zwemkleding lopen, terwijl wij met jassen aan nog even buiten blijven zitten. Misschien vinden ze het lekker om het eens echt koud te hebben.

Wij rijden verder naar het zuiden en het wordt groener en groener; rivierbeddingen zijn gevuld met water. We hebben in tijden niet zoveel groen en water gezien.

We zijn ook weer in het land van de mooie plaatsnamen. Sendelingsdrift is natuurlijk al prachtig, maar we rijden ook langs het plaatsje Eensgezind en Bloedfontein en Goedverwag. Maar in Nederland kunnen we er ook wat van. Onderweg proberen we vreemde plaatsnamen in Nederland te bedenken, zoals Schaaphok en Doodstil. Dat zijn wel hele kleine plaatsen, maar ook Dieren of Helmond of Koudekerk zijn toch redelijk vreemde namen voor een stad.

We zijn door Kaapstad naar de waterfront en haven gereden. Wat een metropool. En Kaap de Goede Hoop is tegenwoordig een drukke toeristische attractie. Dat had Jan van Riebeeck niet kunnen bedenken toen hij in 1652 op de Kaap landde om een bevoorradingspost op te zetten.