Zuid-Afrika, 16 januari 2020.
We zijn rond, we zijn weer in Port Elizabeth. Maar hoewel de
bus in augustus van Zeebrugge naar Port Elizabeth is verscheept, wordt de
vertrekhaven nu East-London. We hebben in de afgelopen 2 weken contact gehad
met Sea Bridge over de verscheping. Er zijn toevallig op dit moment niet zoveel
opties. De boot die voor ons het beste uitkwam, zou op 1 februari uitvaren
vanuit Durban (900 km noordelijk van Port Elizabeth), maar die stopt in Dakar.
We hebben liever geen stops in Afrika, want dat maakt het risico op diefstal
uit de bus veel geringer. Helaas wordt er het meest gestolen in Afrikaanse
havens. Er is te weinig toezicht op wie zo’n groot schip op en af gaat.
We hebben dus gekozen voor een boot die vanaf East-London (ca.
300 km noordelijk van Port Elizabeth) gelijk doorvaart naar Europa (Spanje en
daarna Zeebrugge)). Deze boot vertrekt al op 23 januari.
En hiermee is opeens de reis voorbij. Tenminste zo voelt
het. We moeten van alles plannen, de verzekering tijdens de overtocht; de
forwarder mailen; bedenken of we ons ticket veranderen (staat op 31 januari) of dat we ruim een week ergens in een hotel of
guesthouse gaan. We bespreken hoe we de bus weer gaan prepareren voor de boot.
Alles in alle kasten proppen, zodat het achter een slot(je) zit.
Door al dit plannen hebben we het gevoel dat we aan
het einde van onze reis zitten. Het einde is sneller in zicht dan we gedacht hadden. We zijn een beetje sentimenteel als we door de buurt rijden waar we
bijna 6 maanden geleden in een guesthouse zaten te wachten tot de bus zou
aankomen; spannend hoe hij eraf zou komen, of alles er nog in zou zitten.
Eerst vonden we jammer dat er zo snel een einde aan onze
reis komt, maar inmiddels is het ook wel goed zo. Alleen jammer dat het in NL
geen zomer is, dat wordt even wennen.
Na Kaap de Goede Hoop hebben we een stuk door het wijngebied
van Zuid-Afrika gereden; Stellenbosch, Franschhoek. Het is prachtig; groene
dalen, ruige bergen. Het is net Zuid-Frankrijk. We rijden daarna route R62, dat
zou net zoiets moeten zijn als Route66 in Noord-Amerika, maar er zitten zeker
wat mooie stukken in, maar is verder wat saai. We rijden naar de kust en
blijven een paar dagen heerlijk aan het strand staan.
Daarna pakken we een deel van de Garden Route op:
Plettenberg, Tsitsikamma. Prachtige kustlijn, maar dat zie je wel op de foto’s.
Als laatste hebben we gepland om nog een keer naar Addo
Elephant NP te gaan. Dat is een groot wildpark en ligt een uurtje rijden boven
Port Elizabeth. Daar zijn we bijna 6 maanden geleden ook onze rondreis met de
bus begonnen en het is mooi om daar ook weer af te sluiten. En dan rijden we
door naar East-London.
De bus, jongens wat trekt die een bekijks. Al de hele reis. Bij
benzinestations willen de pompbediendes altijd weten waar de bus vandaan komt,
of hij echt 4x4 is. Dat er een bed, een keuken en een koelkast in zit, vinden
ze ook ongelooflijk. Maar ook zomaar, als we op de weg rijden, dan beginnen
wegwerkers enthousiast te zwaaien, hun duim naar de bus op te steken. Vandaag
hebben we de bus gewassen om het zout van de onderkant zoveel mogelijk te
verwijderen met een hoge drukspuit. Een oudere man staat buiten en vraagt waar we die bus vandaan hebben. Hij vindt hem
prachtig en zijn vrouw wil een camper, een buscamper, of we de bus willen
verkopen… (nou, wat dacht je zelf…). Maar gisteren kregen we een reactie die we
nog niet eerder hadden meegemaakt. We hadden een zij-uitstapje gemaakt naar een
lagune met een prachtige smalle strook strand tussen de lagune en zee. Er staan
wat auto’s in het zand geparkeerd en wij hebben de bus daar ook geparkeerd. We
waren al aangesproken door Nederlandse vakantiegangers over de bus, maar we
willen instappen en wegrijden, als een man komt aanrijden, zijn auto vlak voor
onze bus zet, eruit springt en gehaast op ons afkomt: “What’s the name of the
bus?” Nou, eh, Mercedes. “No, the model?”John vertelt hem dat en hij zegt:
“Cool, I’ll google that” Springt in z’n auto en rijdt weg.
Thumbs up for the bus!