28 juni 2023

Dinsdag 27 juni 2023

We zijn in Canada.

Vorige week zondag met de ferry van Port Angeles in Washington naar Victoria op Vancouver Island. Van de boot af door de douane. We hebben geen Canadees visum/waiver/eTA nodig omdat we niet op een airport in Canada aankomen. Ook de Covid-app is niet meer nodig, dus we krijgen wat vragen over hoelang we willen blijven, om we vuurwapens, of drugs bij ons hebben en horen dan ‘you’re good to go’. We hebben een stempel in ons paspoort, dus nemen aan dat dat 6 maanden geldig is. Zolang zullen we niet in Canada zijn.

We rijden Victoria in, de hoofdstad van Vancouver Island, pakken de fietsen en fietsen Victoria in. Het is een niet heel groot plaatsje, maar het verschil met de USA is wel gelijk merkbaar; het doet veel Europeser aan, er is veel volk buiten, veel terrasjes, veel stenen gebouwen.

Tegen de avond zijn we terug bij de camper, rijden naar de Walmart, want we hebben de koelkast leeggegeten de afgelopen week. We lazen op de website van de Canadese douane dat je geen vers voedsel van de USA Canada mag meenemen. Maar uiteindelijke heeft niemand ernaar gevraagd.

Bij de Walmart krijgen we toch wel een schok: de prijzen. Canada is veel en veel duurder dan de USA. Een halve gallon melk, die in de USA bij de Walmart US$2,31 kost, kost bij de Walmart hier Can$ 4,69. De Canadese dollar heeft weliswaar een lagere waarde, ca. € 0.71 tegen € 0,94 voor de US$. Hetzelfde geldt voor veel andere artikelen. Soms lijkt de prijs bijna hetzelfde, maar zit er 1/3 minder in. Het maakt voor ons niet uit, maar ik had het niet verwacht.

De diesel is hier ook wel iets duurder, dan in de USA maar dat wisten we, komt op ca. € 1,25 per liter.

Nog iets opvallends. De rijstijl. Amerikanen rijden rustig, remmen af als iemand aanstalten lijkt te maken om over te steken, geven voorrang, dringen niet voor, halen niet rechts in. Niet altijd, er zijn altijd en overal verkeershorken, maar we hebben het niet veel meegemaakt in de USA. Hier wordt links en rechts ingehaald, geslalomd om andere auto’s op de highway, er wordt al snel getoeterd als iemand te traag is in hun gezichtspunt, auto’s steken overal tussendoor over. Het is nog niet SiciliĆ« en misschien zijn wij teveel gewend geraakt aan de USA. We hebben veel met Canadezen gewerkt bij Artsen Zonder Grenzen, want we hadden een suboffice in Toronto en kennen de Canadezen als meestal relaxte, vriendelijke mensen. De rijstijl verbaast ons dan ook.

Nog iets opvallends: we hebben in Oregon en Washington in de buurt van de kust gereden en het weer was matig, veel bewolkt en vaak max 13-15 graden overdag. Op Vancouver Island is het al snel 20-25 graden en nu we op het vasteland zijn is tegen de 30 graden. We weten niet was ons overkomt. We hebben nog niet veel echt warm weer gehad, alleen in februari in de Big Bend NP tegen de grens met Mexico. Het schijnt al maanden warm te zijn in West-Canada, waardoor al die bosbranden zo vroeg in het jaar kunnen ontstaan.

Op Vancouver Island zijn wegen naar bekende toeristische locaties afgesloten vanwege bosbranden. Hier op het vasteland zijn de bergen heiig vanwege de rook van de bosbranden. Die heiigheid hebben we ook in Grand Teton NP gehad, ook door de rook hoog in de lucht, van de bosbranden in West-Canada.

Vancouver Island, iedereen zegt dat het zo mooi is, je hebt inderdaad mooie plekjes, maar als geheel vonden we het niet heel indrukwekkend.

Gisteren stond er opeens een beer met 2 kleintjes langs de kant van de highway en wilde oversteken. We remmen en trekken voorzichtig naar de zijkant van de weg om te stoppen. Auto’s rijden langs ons en ook tegemoetkomende auto’s stoppen niet. De beer draait zich om, gevolgd door haar 2 kleintjes en gaat van de weg af. Ze richt zich nog een paar keer op om te kijken of ze toch nog naar de overkant kan, maar dan verdwijnen ze in het bos.

Er zijn in het westen 2 routes die naar Alaska gaan: de Alcan (Alaska-Canada) highway, die het meest wordt gebruikt. Daarnaast heb je westelijker de Stewart-Cassiar highway, die is wat smaller, maar beide wegen zijn (bijna) helemaal geasfalteerd.

Voor de liefhebbers: de route bestaat eigenlijk uit een paar duidelijk te onderscheiden wegen. Eerst de Sea-to-Sky-highway (highway 99), daarna naar Prince George over highway 97, daar slaan we af naar het westen, highway 16, en daarvan slaan we weer af naar het noorden de Stewart-Cassiar highway, de 37. Die komt dan bij Lake Watson weer bij de Alcan highway (de Alaska-Canada highway). Vanaf daar gaan we of Alaska in, of we gaan eerst naar Tuktoyaktuk aan de Arctic Ocean, dit is de Dempster Highway in de Northwest Territories in Canada. In Alaska heb je ook een weg naar de Arctic Ocean, maar die is meer bedoeld voor de oliecompanies en heeft veel zwaar vrachtverkeer.

We staan nu aan een prachtig meertje net een 100 km onder Prince George, we besluiten een dagje te blijven en doen wat huishoudelijke klusjes, moet ook gebeuren.

Geniet van de foto’s.


Ferry van Washington naar Vancouver Island

Botanial Beach Provincial Park op Vancouver Island

Botanical Beach

Botanical Beach

Botanical Beach


Getijdepoel op Botanical Beach

Wandelen in het bos, maar wel met de bearspray in de achterzak


Buitenkantoor aan een mooi riviertje

Ferry Vancouver Island naar Vancouver

Meertje bij een mooie overnachtingsplek


Overal ligt heel veel drijfhout, hier in een rivier, maar het meeste ligt aan de kust, op de stranden

Mooi lunchplekje

In het meertje waaraan we een paar nachten hebben gestaan.

Was getekend,