Donderdag, 6 juli 2023.
We zijn
inmiddels vrij noordelijk in Canada, onderweg naar Alaska. Er zijn 2 routes die
je kunt nemen de Cassiar Highway die wat smaller is en de Alcan (Alaska-Canada highway), die meer een echte highway is,
met een vluchtstrook en normale belijning. In een on-line reisgids voor Noord
Canada en Alaska staat dat de Cassiar Highway niet voor de ‘faint-hearted’ is,
niet voor bangeriken dus. Maar, het is gewoon een highway, rustig, altijd breed
genoeg voor 2 vrachtwagens om elkaar ruim te passeren, maar inderdaad geen
vluchtstrook en vaak is de middellijn alleen wat reflectieblokjes. In de winter
zal het zeker anders zijn, maar nu is het feitelijk een gewone weg. Onderweg
zijn er een paar kleine dorpjes, maar verder zie je geen bewoning. Maar wel lekker
rustig, vanmorgen reden we ruim een half uur helemaal alleen op de weg, we
hadden geen tegenliggers en niemand voor of achter ons. Daarna kwam het
vakantieverkeer op gang, dat is bijna het enige verkeer op de wegen. En dan nog
is het heel rustig. Nog een paar keer een beer langs de kant van de weg gezien.
We hebben een zijweg genomen, de 37A, naar Stewart en Hyder. Stewart is Canada en Hyder, een paar kilometer verderop is Verenigde Staten. Hyder is alleen via Canadese wegen bereikbaar. Er is een Salmon River, waar het zomers krioelt van de zalm die stroomopwaarts gaat om te paaien. Beren houden van zalm en de rivier is een soort all-you-can-eat voor ze. Maar er was nog geen zalm en dus geen beren. We zijn verder doorgereden op deze weg, die gaat weer Canada in, naar de Salmon Glacier. Niet te beschrijven zo mooi, de foto’s zeggen het.
We overnachten in
het dorp Hyder. Het is somber weer, dikke wolken en af en toe een miezerregen.
Hyder ligt in een smal dal, tussen beboste hellingen. Er is een vervallen
camping, waar een oude vrouw zonder gebit je cash geld vraagt voor de camping,
zonder bonnetje natuurlijk. Op de camping staat een grote personenbus, onder de
bomen, op een kampeerplek, helemaal dik bemost. Verderop staat nog een paar bussen
in het bos. Er tegenover ligt een motel, De Hyder Inn, opgetrokken uit donker
hout. Het is al een paar jaar dicht en staat te koop. Een benzinepomp is
gesloten, onder de verzakte overkapping staan een paar oude auto’s. Er is een
postkantoor, maar dat is ook gesloten. Alles bij elkaar heeft het een heel hoog
Twin Peaks gehalte, je hoort de onheilspellende muziek bijna. Dit is alleen
herkenbaar voor de ouderen onder ons, maar de jongeren moeten eens even googlen
op Twin Peaks en luister vooral naar de muziek, met deze omschrijving, je zit
er gelijk helemaal in.
We rijden terug naar Stewart en naar de Cassiar Highway en rijden op ons gemak weer verder naar Watson Lake, tanken, water innemen, boodschappen doen en verder richting Whitehorse, de hoofdstad van de Yukon, de provincie waar we nu zijn. Weer zo’n prachtige camping aan een meertje. Ook weer gratis en dus wie het eerst komt heeft een plekje, geen reserveringen. Het zijn overigens bijna altijd kleine campings van ca 6-8 plaatsen. In het weekend is het moeilijk om een plek te vinden, maar door de weeks, ook in de vakantieperiode zoals nu, lukt het nog aardig.
Na Whitehorse rijden we naar Dawson City. City is een groot woord voor dit kleine, leuke stadje. De straten zijn niet geasfalteerd, de stoepen zijn van hout, veel oude gebouwen (of oud gemaakte gebouwen).
In Dawson City
eindigt de weg, je kan alleen met een pondje over de Yukon River naar de
volgende weg, die naar Alaska gaat (Top-of-the-World Highway). Wij doen dat nog
niet, want Dawson is ook het begin van de Dempster Highway – ruim 900 km grindweg
naar de Arctische Oceaan en weer 900 km terug. De weg leidt naar Tuktoyaktuk,
de noordelijkste plaats in Canada die je over de weg kan bereiken.
Wij doen weer onze inkopen, tanken (want de volgende pomp is 390 km verderop), vullen de watertank en lunchen in het stadje. En het is warm, al dagen is het erg warm, hoe noordelijker we komen hoe warmer het is. Overdag al gauw 32-34 graden. Omdat de zon niet ondergaat, blijft het ook lang warm. Het is nu 10 uur ’s avonds, de zon staat nog vrij hoog aan de hemel en nog altijd is het 31 graden.
Volgende keer een blog over de Dempster Highway, de weg naar de Arctische Oceaan, redden we het, of
haken we af. We weten het zelf nog niet.
Was getekend |