29 juli 2024

Peru, Leymebamba, 27 juli 2024

We zijn al bijna een week in Peru. Vanuit Ecuador zijn we via een prachtige route naar de grens van Ecuador met Peru gereden. De laatste 50 km was een onverharde hobbelige grindweg. Aan het eind rijden we een piepklein dorpje binnen, er is een immigratiekantoortje en een douanekantoortje. De dame bij de immigratie is net bezig met haar voetverzorging en vindt het niet zo leuk dat we haar storen. Maar ze stempelt onze paspoorten uit. Bij de douane moeten we onze tijdelijke importpermit voor Ecuador laten intrekken. De man loopt naar buiten, loopt een paar keer om onze camper heen, z’n baas wordt erbij geroepen en ja hoor, de baas tekent en we mogen het land uit. Maar, dan moet wel de slagboom omhoog gaan en die zat nog met een hangslot op slot. De baas, die net ons formulier heeft getekend gebaart dat hij er zo aankomt. Dan loopt hij naar een winkeltje, doet daar op z’n gemak wat boodschappen, brengt die nog weg, gaat weer terug naar het winkeltje om te betalen en dan, dan is hij bereid om voor ons de slagboom te openen. Machtsmisbruik noemen we dat. Aan de andere kant staat nu ook een Ecuadoriaan te wachten die Engels spreekt en die zich ergert aan dit soort dingen, een slecht land zegt hij.

We rijden Peru in, waar de weg opeens wel is geasfalteerd. En overal rijden mototaxi’s, die slingeren overal doorheen. We rijden weer door het prachtige landschap naar Jaen, de eerste grote plaats op onze route in Peru. We moeten daar een simkaartje kopen en geld trekken. We vinden een veilige parkeerplaats aan de rand van de stad en nemen een mototaxi naar het centrum waar een Clarówinkel  (Claró is de provider) die aan buitenlanders een prepaidcontract kan verkopen. De chauffeur lijkt blij te zijn met de gringoklandizie en sjeest iedereen voorbij, kiest links en rechts ieder gaatje waar ik denk dat hij niet door kan, maar toeteren helpt, als een gek rijdt hij naar de Clarówinkel; tranquilo, tranquilo roep ik nog, maar dat hoort hij niet eens.

Overigens hebben we de Starlink maar opgegeven. Ze weten het bij de Starlinkhelpdesk niet op te lossen. Welk adres we ook invoeren, het wordt niet geaccepteerd, zelfs adressen van grote hotels accepteert hij niet. Starlink biedt ons nu een wereldwijdcontract aan, dan mòet het lukken. Kost € 400 per maand. Nou, dacht het niet, laat maar. Maar ja, dan zit je wel vast aan lokale simkaartjes, die zeker niet dezelfde dekking bieden als de Starlink.

In de Clarówinkel duurt het een eeuwigheid voordat de jongen het voor elkaar heeft om een contract op te stellen. Ik moet tekenen, maar er verschijnt ook een kleine pad op de balie. Dat is sophisticated, denk ik nog, maar nee, het is gewoon een stempelkussentje en ik moet ook mijn vingerafdruk op het contract zetten. De simkaart wordt geactiveerd en we moeten cash betalen.

Na 2 dagen houdt de simkaart ermee op. We kunnen in een volgende stad weer vragen wat er aan de hand is. We blijken niet de hele 10GB te hebben gekregen, maar 65 x 20 MB. We hebben idd 65 soles betaald en voor elke sole heeft de jongen 20MB geactiveerd. Tja, dat is snel op. We kopen maar weer opnieuw 10 GB. Het Clarómeisje laat ons zien dat we nu echt 10 GB hebben. Hopen dan maar, want de sms die je moet sturen om je saldo te checken is niet heel duidelijk, goochelt met veel cijfers.

We gaan naar prachtige sites met mausoleums, kleine huisjes tegen de bergwand gebouwd, waar mummies in werden geplaatst. Ook sarcofagen staan op de richels van bergwanden. Allemaal pre-Incatijd. Al deze sites zijn vrij moeilijk te bereiken, eerst zo’n 20 km over grindwegen naar boven. Dan zo’n uur tot 1,5 uur naar beneden lopen en vervolgens weer naar boven lopen en weer terug. Mooie wandelingen, maar pittig, zo’n 300-400 meter hoogteverschil, vooral als je je al op ca. 2800 meter bevindt is het pittig. De rit over de grindwegen brengt ons wel meer op het Peruaans platteland; weg van de stenen gebouwen die langs de grotere wegen staan. Je ziet bijna alleen lemen huizen, zoals op één van de foto’s.

Kuelap gaan we dinsdag naar toe. Dit is een site die vergelijkbaar is met Machu Picchu, alleen veel rustiger. Maar zoals met zoveel beroemde bezienswaardigheden tegenwoordig, kan je er alleen naartoe als een e-ticket koopt. Dat is altijd een gedoe. Voor Kuelap pakte hij mijn paspoortnummer niet, uiteindelijk maar gewoon 12345678 ingevuld en toen was het goed, maar moet nog zien of het bij de entree ook goed gaat. Want je moet overal je paspoort laten zien, het hoeft niet in het echt, een foto van je paspoort is ook goed, maar ze moeten je paspoortnummer invullen voor elk ticket dat je koopt. Ernstige bureaucratie en big brother is watching precies wanneer we waar zijn.

Ook voor Machu Picchu hebben we al online-tickets gekocht. De eerste mogelijkheid was pas eind augustus, toch zo’n 2 weken later dan we hadden gepland. Ik moet nog kijken of we de geplande route wat kunnen omgooien of dat we een mooie plek vinden om een reispauze te nemen. Machu Picchu wordt zo massaal geboekt en bezocht dat je niet meer gewoon een ticket voor de hele site kan kopen. Er zijn 7 keuzeroutes gemaakt en daar moet je er één van kiezen. Wij hebben voor de klassieke gekozen met de grootste tempels in de route. Het is ook de route waar de meeste tickets voor te koop zijn, voor ons eigenlijk nog maar de enige keuze. Voor de andere routes moet je zeker 3 maanden van tevoren een online-ticket kopen.

Zo gaat tegenwoordig, overal massatoerisme, overal entree-beperkingen. Ik vrees dat over enige tijd je bijna nergens meer spontaan tickets voor kan kopen, altijd ver vooruit plannen en online boeken. Het is de nieuwe tijd, net wat u zegt (Het Dorp, Sonneveld).


Het gele gebouwtje is het immigratiekantoor aan de Ecuadoriaanse grens

Pueblo de los Muertos, mausoleums op de bergrichel

Voetpad naar Pueblo de los Muertos


Sarcofagen bij Pueblo de los Muertos



Weer een heel mooi overnachtingsplekje

Muurschildering in Lamud

Muurschildering in Lamud

Muurschildering in Lamud

Muurschildering ergens onderweg


Foto die in het museum van Lamud hangt



Wegverzakking op doorgaande weg



Mummies die in de sarcofagen zaten


Bijzonere plant, geen idee wat het is



Sarcofagen van Karajia


Onderweg op de tegenover ons liggende wand, meer mausoleums


Zoals veel dorpjes op het Peruaans platteland eruit zien, veel lemen huizen


Mausoleums van Revash


Cuy con papas, ofwel cavia met aardappelen


19 juli 2024

Ecuador, Loja, 18 juli 2024

Vrouwen dragen hoedjes, en die dragen ze altijd en overal. Als ze buiten de was staan te doen, als ze in de keuken (van een hotel waar wij eten) staan. Als het regent kan je hoedje nat worden en dat is niet de bedoeling, dus dan vouw je er een stuk plastic omheen en zet je het weer op je hoofd. Die plissé regenkapjes die wij in de jaren zestig hadden om gepermanent haar droog te houden, die zouden hier ideaal zijn om in de regen over je hoedje te vouwen. Heb ik hier niet gezien.

We zijn nu precies een maand in Ecuador en staan op het punt om over 2 dagen Peru in te gaan. Ecuador is een relatief klein land. We hebben wel veel gedaan, vorige keer beschreven we hoe we de Cayambe vulkaan op zijn gereden en gelopen en deze keer zitten er ook veel foto’s bij van de Chimborazo vulkaan. Dit is de hoogste vulkaan van Ecuador, maar niet meer actief.

We zijn naar warme baden geweest, heerlijk uren in een warm natuurbad liggen. We zijn naar Incasites geweest, We hebben lang in de omgeving van Quito rondgehangen. Maar voor een maand tijd is het toch niet heel veel dat we gedaan hebben. Hoe komt dat? Dit wordt een technisch verhaal, maar je kan het ook overslaan.

We hebben eerst 6 dagen bij Quito gestaan op een leuke camping van een Canadese jongen. Een camping zoals we niet vaak meemaken: met andere kampeerders/camperaars. Zwitsers, Amerikanen, Fransen, Duitsers, Canadezen, Nederlanders, Belgen, eigenlijk alle nationaliteiten die je overweg als overlanders tegenkomt. Sommigen reizen zuid-noord, dus van het zuiden van Argentinië naar Midden-Amerika, maar de meesten reizen zoals wij van noord naar zuid.

En waar praten die overlanders met elkaar op een camping over? Natuurlijk over welke route ze hebben genomen, wat daarbij mooi of moeilijk was. Maar één van de belangrijkste onderwerpen waar overlanders het op de camping, maar ook op blogs, facebook etc. over hebben is: de conditie van je voertuig en dan met name: hoe is het met je DPF? Ja, dat is echt een reële vraag.

Ik zal het proberen een beetje uit te leggen. Het DPF is het Diesel Particle Filter, het roetfilter. Dit maakt onderdeel uit van je uitlaat. Het is bedoeld om de uitlaatgassen van een flink deel van de roetdeeltjes te ontdoen. Het DPF vangt de roetdeeltjes uit de uitlaatgassen en als dit een bepaald niveau bereikt in je DPF, dan ‘regenereert’ het DPF, dat wil zeggen dat de roetdeeltjes in de DPF worden verbrand. Dit gebeurt tijdens het rijden, vooral al je een flink stuk, minstens 20 min op 80-100 km/u rijdt. Dit is de globale werking van het DPF.

Maar, het probleem! Dit werkt alleen goed als de diesel niet te veel vervuiling en/of sulfaat bevat, dus relatief schone diesel, zoals in Europa en Noord Amerika. In Midden-Amerika, maar meer nog in Zuid-Amerika heeft de diesel een veel hoger sulfaatgehalte en is ook daarnaast nogal vervuild. Ik weet niet of dat vervuiling is of aan het raffineren ligt..

Diesel met een hoog sulfaatgehalte en wellicht nog verder vervuild betekent dat je DPF eerder vol gaat zitten en dus eerder moet ‘regenereren’, het roet verbranden in de DPF. Maar, daarvoor moet je een flink stuk vrij hard rijden, niet zo makkelijk op al die bergwegen, èn, en dat is de clou, je moet dit niet op te grote hoogte doen, want dan regenereert de DPF niet. Hij komt dus vol te zitten, er verschijnt een lichtje op je dashboard: motormanagementprobleem en als het even tegenzit gaat hij ook in safemode. De computer van je auto beschermt op die manier dat je verdere motorschade oploopt. Want als je DPF vol zit, maak je motorschade.

In safemode kan de auto niet harder kan dan ca. 30 km per uur en je moet dus zo snel mogelijk naar een garage.

Maar ja, wat dan, dan sta je, als je mazzel hebt, bij een garage. Schoonmaken kunnen ze hier niet, want auto’s, ook nieuwe diesels, hebben geen DPF. De materialen (chemicalieën) om schoon te maken zijn hier dus niet te koop. Nieuwe dieselauto's worden vanaf de fabriek zonder DPF geleverd voor Zuid-Amerika. Wat je dan kan doen is je DPF ertussen uit laten halen, òf wat meer mensen dan zelf doen is: DPF onder je auto vandaan halen (echt wel een klusje) en dan onder de kraan schoonmaken. Echt, hebben we meerdere keren meegemaakt dat mensen dat hadden gedaan. Maar ja, dat is binnen de kortste keren het einde van je DPF. Bovendien hebben diezelfde mensen ook al de turbo moeten vervangen omdat die was stuk gegaan door het verstopte DPF.

Kortom, leuk zo’n DPF om je uitlaatgassen wat minder vervuilend te laten zijn, maar in deze streken heeft niemand een DPF en is de diesel ook niet geschikt voor een DPF. Het schijnt dat dit dieselprobleem zuidelijker, met name in Peru en Bolivia, alleen maar erger wordt.

Maar goed, wat heeft dat met ons te maken. Nou precies dat. Wij zijn heel precies met tanken. John weet van alle dieselmerken het sulfaatgehalte uit z’n hoofd, tanken altijd bij een station met diesel met een laag zo laag mogelijk sulfaatgehalte. Hebben bij de oliewissel in Washington de goede olie gebruikt. Maar toch, ook wij kregen een motormanagementlichtje op het dashboard op een gegeven moment. De motor ging gelukkig niet in safemode, dus we konden nog gewoon rijden.

Wat te doen? Ten eerste, terug naar Quito, daar zijn veel garages die je kunnen helpen. We waren ook nog maar ca. 100 km verwijderd van Quito.

We zijn naar een garage gegaan, die goede reviews op dit onderwerp had op iOverlander. Daar kregen we het advies om de DPF te verwijderen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want ook de boardcomputer moet worden geherprogrammeerd als de DPF eruit is. We hebben er een paar dagen over nagedacht en vooral, contact opgenomen met de vorige reviewers van iOverlander. Hebben zij na het verwijderen van de DPF, en vooral na het reprogrammeren van de boardcomputer, nog problemen gehad? We kregen snel antwoord van ze, nee ze hadden ze helemaal geen problemen meer gehad in het afgelopen half jaar Toen besloten om onze DPF te laten verwijderen en vervangen door een gelaste nieuwe uitlaatpijp. Een originele uitlaatpijp is niet te vinden. We hebben ervoor gekozen om niet alleen het roetfilter zelf te laten verwijderen, maar het hele deel waar het DPF inzit. Daarmee kunnen we het in Argentinië, voor we teruggaan, of in NL, professioneel laten schoonmaken en terugplaatsen. De DPF is voorlopig onder het chassis met een paar bouten vastgemaakt, zodat we het niet ergens in de auto hoeven te bewaren. We mogen overigens in NL wel zonder roetfilter rijden: personenauto’s (en een camper is geregistreerd als personenauto) van vóór 2017 mogen zonder roetfilter rijden. Onze Sprinter is van september 2016. Je krijgt dan een verhoging van je motorrijtuigenbelasting van 10%, dus ca. € 8 per maand extra.

We willen er op zich wel voor kiezen om hem weer terug te plaatsen, maar dat zien we later wel.

Nou, dat heeft ons zo vertraagd, het terugrijden naar Quito, naar de garage, nadenken, contact opnemen met eerdere reviewers, facebookgroepen checken en het laten maken van de nieuwe uitlaat en herprogrammeren van de boardcomputer. We hebben 3 dagen en nachten in de garage gestaan, terwijl ze aan het werk waren ermee. Daarna nog proefritten op hoogte van 4000 meter om te kijken of alles goed blijft werken. Op de Chimborazo vulkaan zijn we uiteindelijk tot een hoogte van 4800 meter gereden, op een grindweg, steil omhoog, zonder een centje problemen. Oef...

Het resultaat: opeens veel meer motorvermogen, vooral bij het inhalen van vrachtwagens op smalle bochtige wegen hebben we opeens meer acceleratievermogen. Hij zou ook zuiniger moeten rijden, maar dat moeten we nog ervaren. Een Duitser die zijn PDF al in Costa Rica heeft laten verwijderen claimt dat hij van 7,5 : 1 naar 10 : 1 is gegaan. Dat kunnen we ons niet voorstellen. We zijn op de camping ook Canadezen en Amerikanen tegengekomen die de DPF preventief thuis al hadden laten verwijderen. Geloof niet dat onze Mercedesgarage zo makkelijk hieraan had meegewerkt.

Dat is dus het technische verhaal van veel overlanders in Zuid-Amerika: hoe is het met je DPF?

Gelukkig kunnen wij daar nu, 10 dagen later, op zeggen: DPF, DPF, wat is dat …?

De Chimborazo vulkaan

Camper in garage

Nieuwe gelaste uitlaat, mooi stukje vakwerk

DPF - roetfilter - tijdelijk onder chassis opgehangen

De Chimborazo vulkaan, ruim 6300 meter hoog. Lijkt hier niet zo hoog, maar wij zaten al op ruim 4800 meter



Van 4800 meter naar 5000 meter lopen, lijkt niet zo veel, maar op die hoogte met veel minder zuurstof in de lucht, is dat een behoorlijke inspanning.



Een nationaal gerecht van Ecuador - Cuy, ofwel cavia (sorry Hanne). 

Met hoedje en cuy

Inca-site Ingapirca

Parque Nacional Cajas




Op de Chimborazo, 4800 meter


7 juli 2024

Ecuador, 6 juli 2024.

We gaan traag, Ecuador is prachtig met prachtige vulkanen.

Door Ecuador loopt van noord naar zuid een hoge bergketen, als onderdeel van de Andes. Oostelijk ligt het regenwoud van het Amazonegebied en westelijk de kuststrook. Wij reizen voornamelijk door de Andes. Het regenwoud hebben we naar ons gevoel genoeg gezien in Midden-Amerika en is erg warm, ook daar hebben we niet meer zoveel zin in. Voor de kust geldt hetzelfde, vrij warm en veel minder interessant.

We zitten dus de hele tijd op hoogte, nooit onder de 2500 meter, vaak rond de 3000 mtr, soms rond de 3800-4000 mtr. Quito bijvoorbeeld ligt op 2850 mtr en wij zaten daar op een camping nog een flink stukje boven

Ook hebben we een aantal nachten op 3800-3900 meter doorgebracht. Wandelen doen we dan wel, maar met name het stijgen is wel pittig, je bent snel buiten adem. Als we weer wat lager komen, merken we wel dat we inmiddels redelijk aan de hoogte zijn gewend: activiteiten doen en overnachten gaan dan steeds gemakkelijker.

Ook in de komende landen zoals Peru, Bolivia en Argentinië zal het vaak niet veel lager zijn.

En dan de koelte die met de hoogte komt. De reis door Midden-Amerika werd voor gekenmerkt door warm, warm, warm, vooral heel vochtige warmte. Wel logisch in voornamelijk regenwoud. Maar nu is het overdag zo’n 22-25 graden en ’s avonds is het zelfs te koud om buiten te zitten. Heerlijk. Je kan zoveel meer doen.

Maar koken doen we niet zoveel. Almuerzo, dat is de belangrijkste maaltijd van de dag, de lunch met een warme maaltijd. Veel restaurants bieden de almuerzo aan. Het is een dagelijks menu, met keuze voor kip of vlees. Je krijgt een grote kom groentesoep en daarna een bord met rijst, patat, een beetje salade en wat vlees. Dat alles voor de vaste prijs overal van USD 3. En overal heb je dit soort restaurants. Lekker en erg makkelijk.

De munteenheid in Ecuador is overigens de Amerikaanse dollar, lekker makkelijk voor ons.

De laatste nacht dat we op de camping in Quito stonden, werden we ’s nachts wakker omdat er aan de auto heftig geschud leek te worden. Ik keek nog naar buiten wat er aan de hand was, maar John riep al dat het een aardbeving was. De auto ging heftig heen en weer. We kleedden ons aan en al gauw bleek iedereen op de camping naar buiten te komen. In de stad beneden (Quito, kijken we van boven op uit) gingen auto-alarmen af en begonnen honden te blaffen. Maar er kwamen geen hulpdiensten op gang, dus blijkbaar toch geen ernstige schade beneden in de stad. Na een paar minuten krijg je via Google een bericht over de aardbeving: hij bleek een klacht van 4.6 te hebben gehad, het episch centrum was 14 km noordwestelijk en was niet zo diep waardoor een aardbeving heftiger voelt. We hebben allebei wel eerder aardbevingen meegemaakt, maar nooit in een auto, wist niet dat je zo kon staan te schudden op je banden.

Na Quito zijn we naar het Nationaal Park van de hoogste nog actieve vulkaan van Ecuador gereden, de Cotopaxi, 5897 mtr. De top is bedekt met sneeuw. Maar de vulkanen liggen vaak in dikke bewolking, soms kan je de top van een vulkaan even zien. Of je hebt geluk dat het bijna een hele dag mooi weer is, zoals wij hadden bij de Cayambe (zie vorige blog).

Dat geluk hadden we minder bij de Cotopaxi, maar we hebben ons met zonsondergang op een bankje achter de auto gezet, dik ingepakt want het is wel fris op ruim 4000 mtr hoogte en gewacht en we kregen de Cotopaxi inderdaad gedurende 15 minuten in volle pracht te zien.

Een goede overnachtingsplek vinden is niet altijd makkelijk, zoals wel eerder geschreven. Meestal lukt het, maar soms is er gewoon niets goeds in de buurt. Laatste wilden we naar een weekmarkt in een plaats en er was ook op iOverlander geen goede plek te vinden. Je laatste mogelijkheid is dan altijd nog de brandweer, de Bomberos. Je mag eigenlijk altijd wel op hun terrein staan, het is veilig en ze zijn altijd erg verwelkomend, vriendelijk, gastvrij. John vroeg de volgende ochtend of hij een foto mocht maken van de brandweerauto die op het terrein staat. Natuurlijk, maar wel met het hele team erbij. De Bomberos als laatste resort om te overnachten.

Camping bij Quito

Quito by night

Fruitstalletje op overdekte markt in Quito

Museum Casa del Alabado, Quito, pre-Columbiaanse kunst

Museum Casa del Alabado, Quito, pre-Columbiaanse kunst

Museum Casa del Alabado, Quito, pre-Columbiaanse kunst



Museum Casa del Alabado, Quito, pre-Columbiaanse kunst

Parque Nacional de Cotopaxi

Vulkaan Cotopaxi

Weer een droomplekje met uitzicht op de Cotopaxi

Masker bij een begraafplaats


Kratermeer Quilotoa

Misschien geen droomplek, maar wel een gastvrije plek bij de Bomberos

Weekmarkt in Saquisili








En na de markt ga je met je aankopen naar huis

Waar is John?