31 december 2019


Namibië, 31 december 2019.

Wat hebben jullie nog tegoed van ons? Dat is natuurlijk Sossusvlei, het toeristische hoogtepunt van Namibië. Het is mooi, maar toch maar een klein interessant stukje, met rode duinen. Prachtig, maar er is zoveel moois in Namibië. We rijden door prachtige woestijngebieden, die plotseling overgaan in stenige bergketens met bergpassen. Maar het meest indrukwekkend is de leegte, de uitgestrektheid. En als je ergens kampeert, dan heb je (bijna) altijd een prachtig uitzicht op rotsen, bergen of duinen om je heen. Het betekent ook veel kilometers maken, maar die zijn altijd zo mooi. En met onze nieuwe hulpluchtveren ook een stukje comfortabeler.

Sossusvlei is het toeristische hoogtepunt van Namibië. Gelukkig hadden we nog wel een plek op de camping net buiten het NP, ook weer met een prachtig uitzicht.
Sossusvlei is een (relatief klein) gebied met hoge rode zandduinen, prachtig op ieder moment van de dag, maar zeker bij zonsopgang. En dan is het druk, zeker in deze tijd van het jaar.  Maar mooi is het ook.
De weg van Walvisbaai naar Sossusvlei en daarna door naar Lüderitz is ook weer prachtig, bergen, af en toe een boerderij. Wat gemsbokken, wat zebra’s, af en toe een struisvogel en veel springbokken, die langs de weg mee rennen met de bus. We hobbelen dan nog steeds over grind-zandwegen. Pas in de buurt van Lüderitz zitten we voor het eerst sinds Walvisbaai weer op asfalt, bijna een week later.
We komen een Duitse vrouw tegen, alleen, op de fiets en zo in de woestijn is het overdag toch wel warm en we gaan van 0 meter hoogte in Walvisbaai naar 1000 meter en daarna nog wat hoger. We stoppen, maken een praatje: ze is op de fiets via oost Afrika vanuit Egypte komen fietsen, nu 14 maanden onderweg. We vragen of ze nog iets nodig heeft, water of zo, maar ze zegt dat ze alles heeft alleen geen vers fruit, of we een appel voor haar hebben. Dat hebben we niet maar wel nectarines, druiven en een cola van john. Ze neemt alles met dankbaarheid aan (mooie kerstgedachte toch).

De Kerst hebben we doorgebracht op een camping in Aus, een beetje saai, want we waren de enigen op de camping, maar John heeft klussen aan de bus gedaan (luchtfilter schoongemaakt, doorgesmeerd en dat soort dingen) en we hebben weer eens de bus van binnen en buiten schoongemaakt en gewassen. Dagelijkse klusjes. En we hebben kerstboomlichtjes in de auto, dus toch een beetje kerstig. Op 1e Kerstdag komt er een grote bus langsrijden, met een megagrote aanhanger, van Roteltours. Een Duitse reisorganisatie, die niet in hotels of lodges gaat, ook niet kampeert, maar iedereen heeft een heel klein kamertje in de grote aanhanger tot zijn beschikking. Drie boven elkaar, dertien breed. Ze mogen 1 x per 3 dagen bij hun bagage! Moet je je schone onderbroeken wel uittellen.

We rijden door naar Keetmanshoop, naar een gebied met Kokerbomen, eigenlijk is het geen boom, maar een grote Aloë. De takken zijn eigenlijk alleen een harde schil en binnenin zitten lichte vezels, gevuld met (bitter) vocht.  Afgevallen takken zijn uitgedroogd en daardoor heel licht, je kan een grote tak als een twijgje oprapen. Heel apart.
In het gebied is een man die op zijn grond fossielen van mesosaurussen heeft gevonden, ook daar even naar gekeken, interessant. Wat we van deze man ook geleerd hebben, is de geur te herkennen van een bepaalde struik (ben de naam vergeten). We hadden al een paar dagen dat we af en toe dachten: wat stinkt het hier, naar een oude latrine/poepdoos. We dachten dan dat een oude latrine niet goed afgesloten was of zo. Maar nu weten we dat die struik zo stinkt!

We komen net uit Fish River Canyon. De grootste canyon ter wereld, op de Grand Canyon in USA na. Maar ook dat is discutabel, want Ethiopë heeft ook een grote canyon. Maar indrukwekkend is de Fish River Canyon zeker. En rustig, we waren op een aantal uitzichtspunten helemaal alleen.

En morgen verlaten we Namibië. Een prachtig, prachtig land met zoveel verschillende facetten, van mooie gameparks, naar stranden overvol met zeehonden, naar spookstadjes, naar leuke strandlocaties, naar prachtige woestijnen met zandduinen, indrukwekkende bergketens, naar diepe canyons (ook Sesriem bij Sossusvlei is prachtig), grote steenhopen. Als je ooit de kans hebt om naar Namibië te gaan, aarzel niet.

Maar welke kant gaan we oprijden? Naar het noorden, richting Middellandse Zee en huis? Of verder, Zuid-Afrika in, om onze rondreis af te maken; de bus terug naar huis te verschepen en wij vliegen?
In eerste instantie hebben we besloten om terug te rijden. Gewoon door Namibië, Zambia, Tanzania, Kenia en in Nairobi de visa voor Ethiopië en Sudan aan te vragen en dan verder via Ethopië, Sudan en Egypte. Maar uiteindelijk hebben we toch besloten om niet naar huis te rijden. We verschepen de bus waarschijnlijk vanuit Durban en dan vliegen wij naar huis en pikken de bus 3 weken later op in Bremerhaven.
De reden? Niet de afstand, dat is gewoon een kwestie van rijden en rustdagen, we hebben de tijd. Maar weer de gloeiende hitte in, weer ’s nachts proberen te slapen in 38°C, weer weinig ondernemen omdat de hitte je zo beperkt. Zo simpel is het. Het is mooi geweest. We verheugen ons nog op het laatste stuk in Zuid Afrika.
We zijn in contact met Sea Bridge om de bus te verschepen, voorlopig gaat er een schip op 1 februari vanuit Durban, Daar richten we ons nu op.

Morgen naar Zuid Afrika, naar Richtersveld NP. 
Geniet van een veilige Oud & Nieuw.
















24 december 2019


Namibië, 24 december 2019

Een Kerstspecial zo vlak voor Kerst. Ook hier is het Kerst, morgen is alles gesloten. Gisteren deden we boodschappen bij de Spar in Lüderitz en het was beredruk, alles voor de Kerst, maar toch met een andere focus. Ik heb geen kerstige dingen kunnen kopen, dus maken we een braai met boerewors en een mooi houtvuurtje. Met geroosterde marshmellows toe. En we hebben kerstboomlichtjes in de bus opgehangen.

Deze Kerstspecial gaat over heden en verleden.
We zijn in Lüderitz met name om naar Kolmanskop te gaan, een verlaten dorpje 12 km oostelijk van Lüderitz.
We zijn er vroeg in de ochtend en John gaat helemaal op in het spookdorpje. Even later start er een rondleiding. Er is er één in Duits en het grootste deel van de groep verdwijnt voor de Duitstalige rondleiding. Dan is er één in het Zuid-Afrikaans, dat lijkt leuk maar is toch moeilijk te volgen. En de derde rondleiding is in het Engels. Maar al was het in het Russisch geweest, ik was met deze groep meegegaan. Zo’n leuke knul als gids. Jong, goed gecoiffeerd, mooie goed geëpileerde wenkbrauwen en gekleed in kakikleurig overhemd en korte broek, strak om de billen en dijen. Wie ooit Little Britain heeft gezien weet wat we bedoelen met: the only … in the village; anderen moeten maar eens kijken.
Als we in de Conference Hall staan, waar de rondleiding begint, vertelt hij zijn verhaal over Kolmanskop. Maar omdat het zo vlak voor Kerst is, gaat hij daarna achter de piano zitten en begeleidt zichzelf bij een luid en mooi gezongen kerstlied. Ik verzin het niet en vergeet dit nooit meer. John heeft minder oog voor dit alles en maakt wel een foto van hem, maar niet met de korte broek erop.
Goed dat was het ‘vandaag’gedeelte.

Nu het ‘verleden’deel, maar de gids heeft me wat afgeleid, dus ik hou de uitleg over Kolmanskop beperkt tot wat de Bradt zegt.
Kolmanskop is een dorpje van Duitse diamantdelvers geweest. In 1884 zijn er diamanten gevonden in een gebied dat een koperconsessie was. De diamanten werden gevonden gewoon op de grond, dit is nooit gezien, tot er iemand kwam die ook in de Kimberleymijnen in Zuid-Afrika had gewerkt en de diamanten van de grond opraapte. Een Duitse investeerder, Herr Lüderitz, heeft grond in het gebied opgekocht en is er de diamantmijnen begonnen.
Kolmanskop werd gesticht voor de huisvesting van de Duitse medewerkers.
De diamantwinning heeft zich in de jaren 40-50 van de vorige eeuw steeds zuidelijker verlegd en langzamerhand werd het dorpje Kolmanskop overbodig, want te ver weg van de verplaatste mijnen. Ook op dit moment is het gebied ten zuiden van Lüderitz nog Sperrgebiet (heet echt zo) omdat er nog steeds diamantmijnen zijn. Het Sperrgebiet is ca. 95 km. breed en 330 km lang, ongeveer even groot als Nederland.

Het dorpje bestond uit ca. 300 volwassenen en 40-60 kinderen. Bijna alles werd uit Duitsland gehaald, ook de Saurkraut en het kippenvoer.
Er was een theater/conference hall, een kegelbaan die nog steeds wordt gebruikt voor bijzondere gelegenheden, een school, een slager, een bakkerij, een ijsfabriek (voor blokken ijs voor de echte ijskasten) en het grootste ziekenhuis van de regio. Het ziekenhuis had 240 bedden, 2 artsen en 4 verpleegkundigen… (ik hoop dat er nog wat extra lokaal personeel rondliep).

Lüderitz en regio ligt aan de oceaan, is fris, zelfs nu hoogzomer is het max. 25 graden en het waait, om niet te zeggen stormt, altijd. En het ligt in de woestijn, want duinen en woestijn zijn niet van elkaar te onderscheiden.
Kolmanskop is uiteindelijk in 1959 helemaal verlaten en in de daarop volgende decennia heeft het zand bezit genomen van het dorp, vooral aan de zuidwestkant van de huizen, de heersende windrichting. Dit geeft mooie plaatjes, die John heeft gemaakt voor deze Kerstspecial.

Wij wensen jullie fijne Kerstdagen en alvast een mooi en gezond 2020.

















Wij wensen jullie een mooi en gezond 2020

20 december 2019


Namibië, 19 december 2019.

We zijn nog steeds in Namibië, nu al een maand en nog steeds niet uitgekeken. Wat een land, wat een diversiteit aan mooie landschappen.

In Walvisbaai, 10 dagen geleden, zijn we naar een 4x4 center gegaan om over hulpluchtveren voor de achterkant te praten. In eerste instantie voornamelijk voor informatie, maar we hebben uiteindelijk besloten om hulpluchtveren te laten plaatsen. We hebben voor en achter bladveren. Dat rijdt op een golfplaatweg nogal stug (zachtjes uitgedrukt). En de achterkant is zwaarbeladen met extra jerrycans met water en extra jerrycans met diesel. De achterkant hangt daardoor wat lager en dat zit John niet zo lekker. Maar ja, je kunt ook niet minder water of diesel meenemen. We hadden het er dus al over gehad om hulpluchtveren te nemen, maar dan in Nederland. Maar dat kan natuurlijk ook hier. iOverlander is geweldig, je kunt zo zien waar betrouwbare garages zijn, welke ervaringen mensen ermee hebben, welke specialisatie ze hebben. Ook waar een supermarkt is, waar een wasserij is, camping, met alle reviews erbij. Errug makkelijk.

We hebben dus een afspraak gemaakt voor het plaatsen van oppompbare hulpluchtveren aan de achterkant. En dat is afgelopen dinsdag gebeurd. Dat duurde de hele dag en John is er natuurlijk bijgebleven om te zien wat en hoe het werd uitgevoerd. En daarna de gravel-golfplaatweg op, want zal het wel echt een verschil maken….? En dat doet het. Ten eerste staat de bus weer recht, hangt niet wat achterover. De bladveer staat weer mooi bol, maar het belangrijkste is dat het op de golfplaatwegen wat meer comfort geeft doordat de achterkant niet zo hard doorslaat.

Een voordeel op dit moment is dat de wegen toch iets beter zijn omdat de grote hoofdwegen vóór de Kerstvakantie, die ook de grote zomervakantie is, met een bulldozer gladder worden ‘geschaafd’, waardoor de ergste golfplaateffect wat minder is.

In die tussenliggende dagen zijn  we naar Namib Naukluft Desert gegaan. Naar Blutkoppe, zo genoemd omdat het een ‘koppie’ is; Zuid-Afrikaans voor oprijzende berg uit de vlakte en omdat deze steenhoop in het avondlicht zo rood kleurt. Heeft dus niets met bloed te maken. We hebben een route gereden van 4 dagen door dit deel van de Naukluft Desert en in al die dagen maar 2 auto's tegen gekomen. Geen medekampeerders op de aangewezen plekken waar je mag kamperen (zijn onbemand), geen dorpen, helemaal niets, alleen een grote woestijn met grind, steenbergen, droge rivierbeddingen, kloven. Het is van een onwerkelijke schoonheid. Zeker als het volle maan is en die net na zonsondergang groot en rood opkomt.

En daarna weer terug naar Swakopmund. Een leuk stadje aan de kust, zeer koel, soms echt fris, ’s avonds een vest aan en binnen zitten, vinden we ook wel eens lekker. Niet erg om zo op onze afspraak te wachten in Walvisbaai.

En nu dus met onze hulpluchtveren naar Sossusvlei, hét toeristsche hoogtepunt van Namibië. Als je foto’s ziet van Namibië is het meestal Sossusvlei. De grote hoge rode zandduinen met een dode boom ervoor. Waarschijnlijk zie je zulke foto’s ook wel in onze volgende posting.

Gisteren, onderweg naar Sossuvlei, zijn we de Tropic of Capricorn (Steenbokskeerkring) over gekomen.  We zijn dus formeel uit de tropen. Op 21 september zijn we in Mozambique de Steenbokskeerkring over gekomen en nu dus weer eruit. Het is overigens niet opeens een stuk koeler. Maar sinds een week of 2 is het toch een stuk aangenamer. In de woestijnachtige gebieden is het overdag wel warm, maar het koelt na zonsondergang sterk af, waardoor het ’s nachts zelfs wat koud kan zijn. Heerlijk.

Iets anders dat door ons hoofd speelt, al langere tijd, is dat we wellicht niet de bus terug verschepen, maar terug rijden…. Dat is zo’n 12.000-15.000 km extra en 2 maanden extra, maar ja, wel heel leuk. Maar zouden we dan oost of west Afrika rijden? Oost Afrika is makkelijker, minder grenzen, één moeilijke van Soedan naar Egypte. Maar moet je je voorstellen dat je langs Abu Simbel en Karnak en Luxor rijdt en al de andere prachtige plekken in Egypte. Maar, krijgen we wel een visum voor Soedan? We zijn daar als organisatie uitgeschopt nadat we ons tegen de mensenrechtensituatie in Darfur hebben uitgesproken. John was daar projectco-ordinator, zou dat ergens staan? Meestal checken ze dat niet, maar ja, als je eenmaal in Nairobi bent om de visa voor Ethopië en Soedan te regelen, is het toch wel lastig om weer terug te gaan of om vanuit Mombassa te verschepen.
De westelijke kant heeft veel meer grenzen en je moet door Nigeria. Daar hebben we ooit gewerkt en het is niet makkelijk om daar met corruptie om te gaan, erg agressieve corruptie. Je moet ook een stukje door Mali, maar dat is helemaal zuidelijk, dus veilig genoeg. Het leuke is dan wel dat het  laatste land in Afrika Marokko is en dat je zo door Spanje naar huis rijdt. Vanuit de oostelijke kant moet je in Alexandrië nog vervoer naar Griekenland of Italië regelen.
Kortom, nog heel veel om uit te zoeken en dan te besluiten. We laten het jullie weten!










De oppompbare hulpluchtvering

Hulpluchtvering om dit soort wegen iets minder onaangenaam te maken






10 december 2019


Namibië, 10 december 2019

Na Cape Cross gaan we naar Spitzkoppe. Weer een wasbordweg. Onderweg bouwt zich recht voor ons een donkere lucht op, donkerder en donkerder. We nemen de afslag naar Spitskoppe, nog een 13 km te gaan voor we in het National Park zijn. Maar we houden het niet droog. Het begint snel  hard te regenen. Tracks4Africa geeft vaak aan: rivercrossing, maar dan is er helemaal geen rivier of rivierbedding te zien. Maar die rivieren ontstaan nu heel snel. De eerste die we dwars over de weg tegenkomen, verkennen we door er door te lopen. Deze komt tot halverwege mijn kuit, dus is goed te doen. We rijden er langzaam doorheen. De volgende is al behoorlijk breder. John verkent het en gaat tot zijn bovenbenen in het water. We wachten wat, de regen neemt al af. Er komt een bakkie (pickup) van een Zwitsers stel. Ook die verkennen het water, maar zegt: I’m not the idiot to go first. Even later komt er nog een bakkie en die gaat plons, zonder te verkennen, hard rijdend het water door. Nou dat lukt, ze komen niet vast te zitten en gaan ook niet drijven. Dus wij er toch maar achteraan, net als het Zwitserse stel.

Maar bij het volgende dalletje in de weg, nog maar 1,5 km voor het NP en de camping, stroomt er wel een hele grote rivier.  Iedereen stopt, ook het bakkie dat met zoveel vaart eerder door de waterstroom ging. Het is een Nederlands stel.
De regen is ondertussen opgehouden, maar de rivier is heupdiep, stroomt heel hard en er drijven ook wat struiken in.
Ook aan de overkant staan wat auto’s. We overwegen dat het wel tot morgen kan duren voor we kunnen oversteken. Wij kunnen altijd overal overnachten als het moet, ook op die plek, maar de mensen met een bakkie kunnen wat moeilijker overal overnachten.
Maar een uur later zie je de hoeveelheid water al afnemen en na nog een half uur wachten, probeert een Jeep aan de overkant om over te steken, rustig en langzaam. Dat lukt en uiteindelijk gaat iedereen er rustig doorheen.
Regen is bijzonder in dit gebied, sommige jaren is er helemaal geen regenval, maar als het komt is het in dit soort buien.

Dan komen we in Spitzkoppe. Een uit de zand-grindvlakte oprijzende berg stenen, lijkend op de Matterhorn zeggen ze, wij zagen het er niet zo in. Er omheen rijzen nog wat kleinere steenhopen op uit de zand-grindvlakte. Een prachtig gezicht. In het park zijn hier en daar wat plekken gemaakt waar je mag kamperen. Je staat tussen de machtige steenhopen, helemaal alleen. Wat een schoonheid hier.

Na Spitzkoppe rijden we naar Swakopmund. Daar moeten we een aantal permits halen voor delen van Naukluft NP, ook gaan we appeltaart eten en boodschappen doen bij een grote supermarkt (waar ze Zuid-Afrikaanse schlagermuziek spelen). En op de camping laten we de lakens wassen en strijken, voor een heerlijk luxe gevoel.
De camping ligt aan zee en aan de rand van het stadje en heet Alte Brücke. In winkels word je eerst in het Duits begroet en stappen daarna over op Engels. Duitsland is 30 jaar kolonisator van Namibië geweest, maar was voor die tijd ook al aanwezig. In de WWI hebben ze Namibië uiteindelijk aan Zuid-Afrika moeten afstaan. Er zijn nog veel mensen die Duits spreken, vooral in Swakopmund en Lüderitz (wat zuidelijker,  daar komen we nog). In de rest van Namibië merk je niet zoveel van het Duitse deel van de geschiedenis.

Het weer en de camping doen Nederlands aan. De temperatuur is overdag een heerlijke 25 graden. We staan op dik gras. De camping is half gevuld met de gebruikelijke Zuid-Afrikaanse bakkies en uitklapbare aanhangertjes. Iedereen kent iedereen. En omdat het weekend is lopen er veel kinderen rond, in groepen over de camping rennend en fietsend. Dat zijn overigens de enigen die je ziet fietsen. Verder hebben we in heel Namibië nog geen fietser gezien.
Zo’n familiecamping is wel even wennen.

We maken een tocht van Swakopmund een stukje landinwaarts, naar een gebied dat Moonlandscape wordt genoemd. Het is een prachtig landschap, maar lijkt niet op foto’s die je van de maan ziet, maar onwerkelijk is het wel. Langs deze weg komt ook de Welwitschiaplant voor. Hadden wij ook nog nooit van gehoord en ziet er ook niet heel florissant uit. Je zou er gewoon langs rijden, maar het is héél bijzonder want een aantal is gedateerd en zijn bijna duizend jaar oud en de grootste is niet gedateerd, maar wordt geschat op 1500 jaar oud. Nou dat is het vermelden wel waard.
We overnachten weer op een camping van Namibian Wildlife Reserve. Dat betekent dat je in een bepaald gebied binnen het NP mag staan waar je wilt. Ook hier weer in het zand tussen prachtige rotsbergen. Zonder voorzieningen, behalve een latrine.

En de weg van Swakopmund naar Walvisbaai: de hoge zandduinen gaan zo over in het strand en de zee, alleen de weg loopt er als een zwarte streep tussen. In Walvisbaai zoeken we een grote outdoorshop om nieuwe stoelen te kopen. De oude stoelen zijn eigenlijk nog goed, maar de plastic houders, waarmee de stoel bij elkaar wordt gehouden, zijn stuk en ondanks de bisontix en tierips lukt het niet om de stoelen soepel te gebruiken. Dus hebben we nieuwe stoelen.

Walvisbaai is de enige diepzeehaven van Namibië en het heeft een grote ondiepe lagune. Er loopt een zoutweg langs de lagune en de lagune zit vol met flamingo’s, pelikanen, zandlopers, eenden en meeuwen Op de weg en op het strand is het heel druk met Zuid-Afrikanen en Zuid-Afrikaanse Namibiërs die gaan vissen. Ze hebben houders op de bumper (van hun bakkie) waarin hun hengels als antennes uitsteken. Blijkbaar is er op dit moment een grote trek van kabeljauw langs de kust en dat trekt heel veel vissers, die van het strand af vissen. Officieel mogen ze maar 2 grote kabeljauwen houden, de rest moeten ze teruggooien. Maar dat doen ze meestal niet, vertelt een Zuid-Afrikaanse visser.
Als wij een stuk over het strand willen rijden komen we al snel vast te zitten in het diepe zand. Met een schep en onze zandplaten zijn we al snel weer los en besluiten het zachte zand voor vandaag voor gezien te houden.










De Welwitschia Mirabilis